Na vanmorgen nog even de dieseltank te hebben gevuld, rijden we naar de grens.
In het eerste dorp over de grens drinkt Paul koffie, thee voor mij hebben ze niet. We lopen even door het centrum en wie komen we weer tegen? Stefan de Grote, hier St Istvan genaamd. Hij staat voor de naar hem genoemde kerk.
Onderweg af en toe een veld met meloenen. Soms opeens een paars stukje: vanuit de auto doen de plantjes denken aan droogbloemen.
Voor een stoplicht staand, zien we in een tuin een man hout hakken en een Vietnamees varken met biggen.
We rijden naar Szolnok, waar we eerst een tijdje op een bankje in de schaduw lezen, voor we de stad ingaan. Het centrum van de stad ligt aan de overkant van de Tisza. Vlak bij onze plek is een loopbrug. In de stad is niet zoveel bijzonders te zien.
Als we teruglopen naar de camper horen we muziek met een flinke bas. Het blijkt aan onze kant van het water. Ook bij de camper duidelijk te horen.
We besluiten niet af te wachten of dit de hele avond door zal gaan, maar te vertrekken. We vinden nu een plekje bij Cegléd op de parkeerplaats van een restaurant dat alleen open is van maandag – donderdag van 10.00 – 18.00 uur. Het is nu vrijdag.
Geschreven door Arendien-en-Paul