Hier in Marokko is er altijd een gebrek aan wisselgeld. Gisteravond aten we in het restaurant van de camping. We moesten 160 drh betalen. Van een biljet van 200 had men niet terug. Vanochtend werd er 40 drh naar de camper gebracht. Toen ik even later de camping wilde betalen (80drh), was er weer geen wisselgeld. Nu had ik een briefje van 100. Uiteindelijk was het goed dat ik 70 betaalde, want dat bedrag had ik in kleine coupures.
We reden naar Aït Benhaddou, een ksar (versterkt dorp), weer gebouwd met pisé. Verschillende bekende films, zoals Gladiater, zijn hier (gedeeltelijk) opgenomen. Binnen de skar staan een aantal kasba’s (versterkte huizen). Sinds dit dorp op de Unesco-lijst staat wordt er gerestaureerd.
Om in het versterkte dorp te komen, moesten we door de rivier. Er waren zakken met grint ingelegd. Later bleek er iets verderop een brug te zijn .
We betaalden entree (voor de restauratie) en ook hier weer niet voldoende wisselgeld. Toen we terugkwamen bij de entree, was de rest er.
Via Ouarzazate reden we door in de richting van de Dadès-vallei. Het landschap is weer heel anders dan de afgelopen dagen. Nog veel droger en steniger lijkt het.
We staan in Skoura, waar we morgen per fiets een palmenbos met wat kasba’s erin gaan verkennen.
Op de camping stikt het van de Nederlanders. De NKC-rondreis met 19 campers heeft hier een halteplaats. Paul mompelt: “morgen zijn ze hopelijk weer weg. Dan zijn er weer stopcontacten vrij”
Niet dat wij perse elektra nodig hebben. De accu’s zitten vol. Alleen waait af en toe de gasvlam van de koeling uit.
Geschreven door Arendien-en-Paul