Na het ontbijt in de schaduw van een boom, fietsten we gisteren we naar het dorp. Een groentewinkel zagen we niet, wel 2 supermarktjes met een (zeer) beperkt aanbod aan groente en vlees.
Plantsoenen en grasperken zijn keurig onderhouden in Hongarije. We zien regelmatig groepjes mensen bezig met grasmaaien, rommel oprapen, onkruid wieden en stoepen wegen. We kennen dit al van 3 jaar geleden, toen we hier ook waren. Hongarije heeft een tegenprestatie-regeling voor mensen met een uitkering. Als je geen kinderen onder de 2 jaar hebt, moet je werken voor de gemeenschap, anders wordt je uitkering gestopt. Drie jaar geleden zagen we nog wel eens dat zo’n groepje mensen weinig zin had. Nu lijkt er hard gewerkt te worden.
Het is warm vandaag. We houden ons rustig in de schaduw. Aan het eind van de middag lopen we een rondje door het bos. Bert had verteld dat je hier goed kan wandelen. Het pad uit en dan links of rechts aanhouden, dan kom je vanzelf terug. Wij zetten er dan Mapmywalk bij aan op de telefoon, dan zien we waar we weer terug moeten komen.
Het was inderdaad een mooi rondje door bos en langs velden. Veel vlinders en sprinkhaantjes rond onze voeten. De vlinders zijn bijna helemaal zwart.
Na een warme nacht gingen we vanochtend met de camper naar Szeged. Eerst naar de “Poolse markt”, daarna parkeren bij de grote Tesco en dan wandelen naar het oude centrum. Szeged is een mooie stad. In 1879 was er een grote overstroming, waarbij een groot deel van de stad werd verwoest. Meteen daarna werd begonnen met de wederopbouw. Mensen met geld bouwden mooie paleizen. Alles begin 20ste eeuw, dus veel Jugendstil waarvan soms een Hongaarse versie.
De Hongaarse opstand van 1956 begon met studentenbetogingen hier in Szeged. Er zijn dan ook verschillende monumenten die hieraan herinneren. Het mooiste vonden we een standbeeld, waarop jonge mannen de gestorven vlinder van de vrijheid optillen. Het staat vlak bij de Heldenpoort, waarin de namen van de gesneuvelden van de oorlog 14-18.
Op de terugweg eerst even doorgereden naar Ásotthalom. In het dorp staan waterkranen met goed drinkwater. Onze tank dus weer even gevuld.
De CP heeft bronwater dat naar zwavel ruikt, dat drinken we maar niet en we gebruiken het ook niet om te koken.
Waarschijnlijk zitten er in dit deel van Hongarije zwavellagen in de grond. Heel veel dorpen en stadjes hebben thermaalbaden met zwavelhoudend water.
Vanavond uit eten bij een restaurantje 2 km verderop, aan de rand van Ásotthalom.
Geschreven door Arendien-en-Paul