Al tijdens ons ontbijt komt de eerste kudde voorbij, geiten deze keer. Paul brengt onze groente- en fruitschillen naar de herder, die het tasje omkeert. Als later de schapen komen, is het op.
’s Ochtends lopen we een rondje over de camping, een terrein van honderden vierkante meters. Veel zand (kiezels) met af en toe een rijtje stenen, een struikje of een rotsplateautje.
Achter op het terrein staan wat palmen langs een droge rivierbedding. De vorige keer hebben we daar gestaan. Nog een keer verbazen we ons erover dat er zo veel minder campers zijn dan vorige keren. Van Ria hoorde ik later dat veel mensen in februari komen. Ze denken dat het nu hier nog te koud is. (vandaag ca. 25˚ , ’s nachts 2˚ .)
Nog iets verder naar achteren is nu een restaurantje gekomen, met een camping erbij. We hebben er even gekeken.
Wij staan redelijk vooraan. Aan het begin van het dorp is een servicepunt waar toiletcassettes kunnen worden geleegd. Paul wilde daar niet een heel eind vandaan staan, aangezien hij degene is die (bijna) dagelijks daarheen gaat. Hij dacht lopend, maar heeft ondertussen een manier gevonden om de cassette vast te maken achter op de fiets.
Aan het eind van de dag komt de was-mevrouw weer vragen. Ik geef een tas mee. Morgen aan het eind van de middag brengt ze hem terug. Dan hoor ik ook hoeveel we moeten betalen (15 MAD per kilo). Ze zijn met zijn tweeën en dragen allebei de klederdracht van hier: een lange zwarte doek met randversiering die verschillende keren om het lichaam wordt geslagen. Ze vinden het prima als ik er een foto van maak.
Nezha komt even later langs. We bestellen bij haar couscous voor morgenavond.
Toen ik na het eten mijn verhalen van gisteren en eergisteren wilde uploaden, hadden we geen internet. Onze maandbundel was dus 30 dagen geldig. Morgen opwaarderen. We hebben een Maroc Telecom winkel gezien, toen we gistermiddag even naar het dorp waren gelopen.
Later ‘s avonds loopt Paul naar achteren met een handschoen aan en naast zijn fototoestel een zaklamp en een UV-lamp. Op zoek naar een schorpioentje dat hij vier jaar geleden voor het eerst heeft gezien. Een Duitse camperaar liet het hem zien. Ze zijn alleen te zien in UV licht. Zonder dat zijn ze doorschijnend. Alhoewel ze maar een paar centimeter groot zijn, zijn het wel de meest giftige van Noord-Afrika. Al na het omkeren van een paar stenen heeft hij er gevonden.
Geschreven door Arendien-en-Paul