Vanmorgen de Ölandsbron overgereden. Ons eerste doel is Vickleby, een klein dorp op het eiland. Aan de rand van het dorp, ook de rand van het natuurreservaat Stora Alvaret, is een parkeerplaats.
We wachten de bui af, lunchen en lopen dan het dorp in.
Tegenover de parkeerplaats is de 12e-eeuwse kerk, waar in de 13e eeuw een toren aan is toegevoegd en die in de 18e eeuw is uitgebreid. Van toen dateren ook de kleuren in de kerk.
Het doopvont (ook 12e-eeuws) heeft een aantal jaren (160) als versiering op het dak gestaan. Weer en wind hebben de reliëfs geen goed gedaan. Sinds 1938 staat het weer gerestaureerd in de kerk.
Opvallend detail aan de preekstoel: aan een kant een “afbeelding” van Jezus in Getsemane, aan de andere kant een artist-impression van zijn hemelvaart. En natuurlijk weer de zandlopers. Sinds we dat verhaal weten, vallen ze ons steeds op.
De toegangspoort in de toren is versierd met een roos (die staat voor de maagd Maria).
Daarna lopen we verder het dorp in. In de jaren ’50 (20e-eeuw) heeft een bekende meubelontwerper (Carl Malmsten) hier een kunstnijverheidsschool gesticht, Capellagården genaamd. Het enige wat we er van kunnen vinden is een grote mooie tuin.
Opvallend hier op Öland zijn de vele (houten) windmolens. In Vickleby staan er ook een aantal. Het lijkt wel of iedere woning / boerderij zijn eigen windmolen had.
Terug bij de camper pakken we de fietsen en gaan naar Karlevi. Hier staat in het veld een runensteen, uit ongeveer het jaar 1000. Erop staat een lofdicht (in een speciale vorm) op ene Sibbe, een Viking-hoofdman. Hij wordt vergeleken met Odin (de hoofdgod). Opvallend detail op de achterkant van de steen in een ander alfabet “INONIN..EH”, waarschijnlijk een foutieve schrijfwijze van “In Nomine Ihesu” (in Jezus naam). De steen is waarschijnlijk opgericht in de tijd dat er werd overgegaan naar het christendom. Voor alle zekerheid dus maar beide goden noemen.
In Karlevi staat ook een stenen windmolen (een zogenaamde Nederlandse molen). In gebruik geweest tot het midden van de jaren ’50 en nu keurig gerestaureerd.
Vanavond lopen we nog even het natuurgebied in. Het is een kalksteenvlakte met een dunne laag grond. Sinds de prehistorie is deze grond gebruikt als grasland. Er groeien verschillende zeldzame planten, maar op dit moment is het kurkdroog en ziet alles er dood uit. Toch lopen er nog koeien en paarden te grazen.
Aan hout was gebrek, dus van oudsher hebben boeren hun land afgebakend met muren van gestapelde stenen. Die muurtjes zie je dan ook overal.
Geschreven door Arendien-en-Paul