Zondagmorgen (nacht) werd Paul wakker van het tikken van de regen op het dak. Gauw eruit om de dakramen wat meer dicht te draaien. Aan alle kanten bliksem en donder.
Rond de middag werd het droog en toen zijn alsnog maar gaan fietsen. Door Ásotthalom naar de grens met Servië. Langs de grens het nieuwe ijzeren gordijn: het hek dat Hongarije een paar jaar geleden bouwde om vluchtelingen vanuit Servië tegen te houden.
We fietsen door en langs bossen en komen uit in Mórahalon, waar Paul koffie wil en ik een ijsje neem. Als de koffie op is, neemt Paul toch ook nog maar een ijsje.
Voor we gaan koken nog even met de laptop naar het dorp. Dat heeft gratis wifi. In het park op een bankje even 2 stukjes op Pindat gezet.
’s Avonds schreef Paul in het gastenboek van Bert en Mariëtte:
Donkere nacht
Ik zie de contouren van de notenbomen
Daar boven sterren
Bij ons zie je allen de Grote Beer, Poolster en aan enkele andere zon
Hier miljoenen sterren, groot, klein
Zelfs de Melkweg is hier weer terug.
De nacht donker, neen, er zijn duizenden lichtjes
Die je de weg wijzen in de nacht
Stille nacht
Ik zit nog steeds voor de notenbomen
De nacht is gevallen en ik hoor geen auto’s of vliegtuigen meer
Zelfs de buurman is stil
Maar stil is de nacht niet.
Krekels en zelfs de cigales tsjirpen hun hoge geluid
Je hoort insecten zoemen
Naast me het harde geritsel van de egel in het hoge gras, die zijn kostje bij elkaar zoekt.
De stille nacht leeft hier met al zijn mooie geluiden
Vanmorgen het ijzeren gordijn doorgestoken. De Hongaarse douane controleerde of er niemand verstopt zat in de toiletruime. De Servische stempelde de paspoorten en toen mochten we doorrijden.
We zijn nu in Kovilj, in de buurt van Novi Sac op een camping waar ik weer wat wassen kan draaien. Hopelijk worden ze droog, want ook hier komen er onweersbuien over.
Geschreven door Arendien-en-Paul