Na een koude nacht hebben we vanmorgen maar even de kachel aangedaan om de camper iets warmer te krijgen.
Na het ontbijt rijden we verder langs de Viltmarksvägen over het Stekenjokk plateau. Na een paar boodschappen in Klimpfjäll rijden we naar Fatmomakke. Volgens onze informatie is dit de best bewaarde Samische “kerkstad” in Zweden. “Best bewaard”, betwijfelen wij. Het is misschien de grootste, in elk geval de grootste qua oppervlakte die wij hebben gezien, maar we zagen veel achterstallig onderhoud. Een aantal hutten worden gerenoveerd met geld van o.a. de EU en een Zweeds plattelands ontwikkelingsfonds.
Opvallend in dit kerkdorp is de combinatie van kåtor (Sami hutten) en houten huisjes.
Al voor we het eigenlijke dorp binnen zijn, zien we groepen mensen in traditionele dracht het dorp uit komen. Sommigen hebben een papier in hun handen met een zwarte rand. In de kerk nog veel bloemstukken. Er is dus net een uitvaartdienst geweest.
De kerk uit 1884 staat centraal in het dorp. In 1904 werd er Sami geschiedenis geschreven door de oprichting van Faepmien Saemien Sibrie (Fatmomakke Sami Association). Het was Zwedens eerste Sami Verbond met als doel de sociale, economische en politieke belangen van de Sami-bevolking te behartigen. In 1918 was de FSS de gastheer van de eerste landelijke Sami-vergadering, gehouden in Östersund.
Na het bezoek aan Fatmomakke reden we door richting Saxnäs, waar we een plekje vonden om te overnachten. We staan op een open plek in een bos, vlak langs de weg en 50 m van een meertje.
Geschreven door Arendien-en-Paul