Het was koud toen we vanmorgen vertrokken en het waaide hard. We deden dus een jack aan en Paul ritste de pijpen aan zijn broek.
Met onze gids, de Franse eigenares van de B&B en de camping, liepen we schijnbaar willekeurig de bergen in. Een riviertje oversteken met behulp van de stenen die in de stroom liggen; soms een stuk over een onverharde weg, dan weer over ezelpaadjes of ons eigen pad maken tussen de stenen en rond de bomen die er op de hellingen staan. Bomen zijn er niet zoveel: jeneverbessen, die groeien als boom en niet zoals bij ons als struiken; wat groenblijvende eiken met hele kleine, harde bladeren en nog een soort, waar vrouwen die op zoek zijn naar eten voor het vee vaak de takken afsnijden.
Daarnaast wordt er ook veel hout van de bergen gehaald om te stoken. Formeel is dat verboden, maar er is geen toezicht, dus het blijft gebeuren.
In de strijd tegen de verwoestijning is er nu een actie bezig om allerlei hellingen te beplanten met een Amerikaanse naaldboom, die een heel uitgebreid wortelstelsel heeft en daarmee dus aarde vasthoudt. We zagen stukken waar nog heel kleine planten stonden, maar ook hellingen waar de boompjes al wat groter waren.
Af en toe kwamen we opeens een akkertje tegen met graan. Via een gootje werd dit lapje grond van water voorzien. Het water (smeltwater van de sneeuw en kleine bronnen) halen ze uit een stuwmeertje (paar vierkante meter) dat is gevormd d.m.v. een stenen dam.
Soms zagen we beneden ons een Berberdorp, de ene keer het dorp aan de rechterkant van de camping, de andere keer dat aan de linkerkant.
Mapmywalk (een app op mijn telefoon) gaf aan we zo’n 15 kilometer hadden gelopen. De bedoeling was 3- 4 uur, maar het werden er bijna 5.
Al wandelend kregen we veel verhalen over het leven van de Berbers in deze streek (al dan niet gearrangeerde huwelijken, het dagelijkse leven van vooral de vrouwen), maar ook spraken we over onze ervaringen in Oost-Europa, de Islam, de regeringsvormen van Marokko en van Nederland (allebei koninkrijken, maar met zeer verschillende rollen voor de koning).
Bij terugkomst een glaasje thee (met verse kruiden uit de kruidentuin) gedronken en toen terug naar de camper. Buiten zitten was er niet bij, de wind was te koud. Vanavond de kachel zelfs even
Geschreven door Arendien-en-Paul