Gisteren hebben we al lezend van de zon genoten. Vandaag gaan we weer op stap, van de kust af deze keer. De kustvlakte dankt zijn naam (Costa del Azahar = oranjebloesemkust) aan de citrusboomgaarden hier. Tussen de sinaasappelen zien we ook regelmatig olijven en johannesbroodbomen. Zelfs een keer artisjokken tussen rijtjes jonge sinaasappelbomen.
Iets van de kust af gaan we omhoog (letterlijk) naar Càlig, een dorpje met smalle straatjes (allemaal éénrichtingsverkeer). In het centrum een toren en even verderop een kerk met toren. De eerstgenoemde toren is gebouwd als wachttoren van het kasteel in een stadje (Cervera del Maestre) verderop.
El Maestrat is de naam van de hoogvlakte, waarvan Càlig aan de rand ligt. Het heeft zijn naam van de kruisridders van de orde van de Tempeliers en de Johannieters. Zij werden maestre (meester) genoemd. Om dit gebied (grensgebied tussen Valencia en Aragon) te kunnen controleren, bouwden ze versterkte nederzettingen op goed verdedigbare plaatsen, zoals steile rotsen.
Na koffie en thee op een terrasje, gaan we verder naar Cervera del Maestre. Een stukje buiten de stad is een oude olijfolieperserij (museum over olijfolie), maar die is dicht. Dus fietsen we maar door naar het stadje, waar we de fietsen aan de rand laten staan. We wandelen omhoog naar de ruïne van het kasteel. Ook hier weer smalle straatjes tegen de heuvel op. Het kasteel staat bovenop de top en de stad is er tegenaan gebouwd.
Het kasteel hier was oorspronkelijk een Arabisch fort ter verdediging van het gebied tegen de christelijke troepen. Na de overgave van de moslims, kwam ook dit in bezit van een kruisridderorde.
Dikke muren stonden rond een uitgestrekt terrein.
De lunch gebruikten we bij een restaurantje in het stadje. Midden op straat zijn tafels neergezet, waar een groep mannen al zit. Voor ons werd een tafeltje op de stoep gedekt. Het eten was minder lekker dan 2 dagen geleden, maar de ambiance maakte veel goed.
Thuis controleert Paul de remblokjes. Ze kunnen nog even mee.
Geschreven door Arendien-en-Paul