Snel na ons vertrek van de CP langs de weg rechtopstaande stenen in het veld: een grafveld met ruim 300 graven uit de hele ijzertijd. Een deel ervan is verdwenen, toen er gravel werd afgevoerd. Maar toch staan er in een strook van 2 km lengte en 20-25 m breed nog verscheidene overeind. Ook gisteren zagen we al zo’n veld langs de weg en later vandaag zullen we nog enkele (kleinere) zien.
Dan nog een IJzertijdfort: de Gråborg. Dit was het grootste verstevigde dorp van Öland en gebouwd rond 500. De totale lengte van de wal was 640 meter. Gråborg lag midden op het eiland in een welvarend gebied. De bewoners waren goed in het fokken van vee, wat huiden en leer opleverde. Deze werden geëxporteerd naar het Romeinse Rijk, waar ze werden gebruikt voor het leger.
Op dit moment zie je van Gråborg alleen nog de muur en een (middeleeuwse) toegangspoort, maar de grootte ervan is indrukwekkend.
Ook dit fort is in de Middeleeuwen versterkt en wel aan het eind van de 12e eeuw. Vermoedelijk was Gråborg toen een versterkte handelsstad. Vlak bij de borg staan de restanten van een 12e-eeuwse kapel, gewijd aan St. Knut (of Canute), een Deense koning. Ook dit lijkt te wijzen op een handelspost. Kooplui organiseerden zich in gildes en bouwden kapellen op de plaatsen waar ze handel dreven. Op de zolder van de kapellen (en kerken) waren opslagruimtes voor de handelswaar. Een St. Knutskapel kan dus wijzen op Deense handelaren die hier regelmatig kwamen.
Verder naar het noorden ligt er aan de oostkust nog zo’n kapelruïne. Hier is duidelijk dat het een handelspost was, want er staat een Handelskruis. Een kruis op een klein plein en omringd door een muur. Op dit plein kon men onder bescherming van het kruis veilig en eerlijk zaken doen. We herkennen hierin de Merchantcrosses die we in GB zagen.
De handelspost (Sikavarp) was een centrum van de handel rond de Baltische- en Oostzee. Bont en huiden werden verhandeld tegen bijv. zout dat werd gebruikt voor de conservering van vis, vlees en huiden. De kapel was gewijd aan St. Brita en begin 13 eeuw gebouwd als koopliedenkerk.
Tussendoor stopten we in Gärdslösa bij een 12e-eeuwse kerk die nog in gebruik is. Deze oudste kerk van Öland heeft mooie muurschilderingen, ook de preekstoel (1666) is beschilderd. De oudste schilderingen stammen uit het midden van de 13e-eeuw.
Aan het eind van de dag gaan we nog langs de kerk van Algutsrun. In deze kerk staat een triptiek, die oorspronkelijk afkomstig is van de St. Knutskapel. Naast Jesus staat deze St. Knut. Andere bekende Noordse heiligen (Olav, Erik en Henrik, de apostel van Finland) zitten er omheen.
Eergisteren had ik het al over al die windmolens, die we hier zien. Vandaag kwamen we langs een rijtje van 5 molens. Op dit moment zijn er nog zo’n 400 windmolens op Öland over van de 2000 die er in de 19e-eeuw waren. “Monumenten van de eerste industrie” worden ze genoemd.
Aan de andere kant van de straat weer een mooie runensteen uit het jaar 1000.
We overnachten op de parkeerplaats van de Karlevistenen, waar we eergisteren op de fiets waren.
Morgen gaan we terug naar het vasteland en dan langzaamaan op weg naar huis.
Geschreven door Arendien-en-Paul