Gisterochtend reden we naar een camping in Mellanfjälden, waar we meteen de wasmachine aanzetten. De droger was stuk, dan maar een lijntje spannen. De zon scheen en er was wind, dus aan het eind van de dag lag alles weer droog in de kast.
Het dorp ligt aan een baai en rond de haven de karakteristiek roodgeverfde boothuizen.
Vandaag reden we door naar Hudiksvall. Alhoewel we er al een paar keer waren, hebben we nog niets van het stadje gezien. Hudiksvall werd welvarend van de handel en zeevaart. Ook hier staan weer roodgeverfde gebouwen aan de kade.
In het Hälsinglandsmuseum leren we dat boeren hier vroeger veel vlas verbouwden, wat dan in de winter op de boerderijen (door de vrouwen) werd verwerkt tot linnen, waarmee werd geweven.
Ook in het museum een tentoonstelling over het gebruik van de spar. Från rot till barr (van wortel tot punt) gaat van mandjes gevlochten uit wortels van sparren tot een kunstvoorwerp waarvoor een deel van een stam is gebruikt. Daarnaast producten waarvoor spar of sparrenhout wordt gebruikt (harszalf, viscose).
De herenkamer uit een groot huis is verplaatst naar het museum. Alles is beschilderd. Deze kamer werd gebruikt voor feesten en ceremonies. Op wanden het verhaal van de verloren zoon. Alhoewel die vergeving kreeg van zijn vader toen hij zijn erfdeel erdoorheen had gejaagd, was de onderliggende boodschap “Ga je niet te buiten”.
Tegen vieren worden we verwelkomd door Lasse, waar even later ook Lotta uit haar werk komt. Aan het eind van de middag zijn ook Mante, Christian en Tindra er en kan de tafel gedekt.