Tussen de Sierra Nevada en de Sierra Gádor (en verderop de Sierra de la Contraviesa) ligt de Alpujarra. Hooggelegen dalen op de zuidelijke uitlopers van de Sierra Nevada.
We beginnen onze route erdoorheen in Laujar de Andarax, dat zichzelf de hoofdstad van dit gebied noemt. Naast het (18e-eeuwse) stadhuis een (17e-eeuwse) fontein met daarop dichtregels van Francisco Villespesa, die hier is geboren (1877) en is vereeuwigd op een bankje met zijn rug naar de Sierrra Gádor.
Vandaar gaan we naar Ugíjar, waar we samen met een Duitse en een Deense camper, op de camperplaats een plek hebben gevonden.
Het dorp bestaat uit witte huisjes tegen hellende straatjes. In een klein lokaal museum leren we dat de huisjes zijn gebaseerd op die van de Berbers: vierkant en twee verdiepingen hoog. Op het platte dak zie je meer dan één schoorsteen. Natuurlijk ook wit geverfd en afgedekt met een steen.
Deze huizen en ook de schoorstenen zijn specifiek voor Andalusië.
Donderdag gaan we via Válor verder naar Juviles. De grens van het Nationaal Park Sierra Nevada ligt vaak meteen rechts van de weg, die we rijden. De uitzichten zijn schitterend. Kleine witte dorpjes tegen hellingen, soms sneeuw op de toppen van de bergen. Prachtige dalen met akkertjes, bloeiende amandelbomen en olijven, vaak op terrassen. Snoeihout wordt verbrand en de rook geeft gekke effecten tegen de groene helling en blauwe lucht.
We zien bij Juviles een uitzichtpunt waar een paar campers geparkeerd staan. Wij gaan er lunchen en blijven er meteen de rest van de dag staan, genietend van het uitzicht tot het te koud wordt om buiten te zitten. Tussendoor wandelen we nog even het dorp in. Vlak bij onze plek een “trimbaan”, zoals we die vaak tegen komen in Spanje: allerlei fitnestoestellen voor algemeen gebruik.
Vrijdag gaan we eerst naar Trévelez, het hoogste dorp van Spanje. Het ligt op zo’n 1475 m hoogte. Aan twee kanten toren met sneeuw bedekte bergen boven het dorp uit.
In de berglucht gedroogde ham is hier de specialiteit. We zien dan ook veel van dat soort bedrijven.
Onderweg komt ons een rij oldtimer vrachtauto’s tegemoet. We stoppen om ze door te laten.
Dan gaat de route naar het dal van de Rio Poqueira. Hier liggen drie witte dorpen op een rijtje. We rijden door naar de laatste (Capileira). Op verschillende plaatsen komen waterstromen (fuente) uit de rotsen. Bij een ervan loopt het water door de wasplaats.
Via Orgiva en Lanjarón rijden we naar het Embalse (stuwmeer) van Béznar. De parkeerplaats bij de Presa (stuw) is redelijk vol, maar twee Nederlanders die naast elkaar staan, geven aan dat we achter een van hen mogen gaan staan. Hij hoeft niet weg morgenochtend. Hij rijdt (verblijft) trouwens in een zelfde camper als die van ons, alleen 4 jaar jonger. Die van ons ziet er beter uit, concluderen wij.
Geschreven door Arendien-en-Paul