Gjirokastër staat op de Unescolijst, omdat er te zien is hoe de stad in de Ottomaanse tijd is gebouwd. Veel traditionele gebouwen zijn bewaard gebleven, de kasseienstraatjes in het oude deel zijn gerestaureerd en je waant je in de middeleeuwen als je er rond loopt.
Wij gingen eerst naar (de ruïne) van het kasteel. Onderweg over een steil oplopend straatje zagen we al de bouwstijl: Op straatniveau stenen muren met daarin poorten, een verdieping hoger ramen en soms uitgebouwde erkers, de daken van stenen tegels liggen op een houten constructie.
Een paar mooie huizen vallen ons op: eentje met een mooie poort en eentje met een voorhof met bogen en een put eronder.
Iets verderop een oud kerkje (St Sotir) met een mooie klokkentoren en een pleintje vanwaar je uitkijkt over een deel van de stad.
In het kasteel de tombes van twee belangrijke Bektashi leiders uit de 16e en 17e eeuw. Bektashisme is een liberale en tolerante Islamietische mystieke traditie. 20% van de Albanese moslims is aanhanger van deze vorm van de Islam.
Na het kasteel wandelden we door de nieuwe Bazaar (veel toeristenwinkeltjes). Bij de VVV kregen we een boekje met een aantal thematische wandelingen. We deden een deel van de architectuur wandeling. Hier vooral 19e eeuwse huizen met onderin voorraadruimtes en wateropslag, daarboven het “winterhuis” (dikke muren en kleine ramen). Het “zomerhuis” met grotere ramen, houten erkers en balkonnetjes ligt daar weer boven.
We bezochten het Skenduli huis uit 1823. In de communistische tijd afgenomen en nu teruggegeven aan de familie Skenduli. We werden rondgeleid door de 13-jarige kleinzoon van de laatste bewoner.
Mooi zijn verhalen over gastenkamers en hoe de vrouwen er in konden kijken zonder zelf gezien te worden.
Na de lunch wandelden we terug naar onze fietsen.
Geschreven door Arendien-en-Paul