Dinsdagavond kochten we sinaasappels op de soek en gisteren kookte ik daar jam van.
Paul had ondertussen spijt dat hij vorige week bij die olijfperserij (18 km verderop in de Ammelnvallei) geen olie had gekocht, dus die fietste daar gisterochtend, gewapend met 2 literflessen, heen om alsnog te halen. Een vriendin had via WhatsApp aangegeven ook graag een liter te willen.
Bij de perserij aangekomen werd er een baas gebeld, die een heel verhaal tegen hem begon in het Frans. Toen Paul aangaf geen Frans te begrijpen, werd er iemand opgetrommeld die wat Engels sprak.
De olie, die hij wilde kopen, was biologische olie van een heel goede kwaliteit. Hij was vooral geschikt om met brood te eten. Om te bakken en voor gebruik in salades was hij eigenlijk te goed. Paul moest hem ook vooral proeven met een stuk brood en er thee bij vragen. Het proeven met brood was hij al mee bezig en de thee hoefde van hem niet zo nodig.
Gistermiddag gingen we weer even naar het dorp. Tafraout is een centrum van de productie van babouches. De winkeltjes zitten naast elkaar en in bijna iedere winkel zit iemand te werken. Deze keer kocht ik een paar schoenen (geen babouches).
Koken hoefden we niet, want we hadden bij Nezha couscous besteld. Die werd iets na half zeven bij de camper bezorgd en het was weer zoveel dat we er ook vandaag nog van konden eten.
Vanmorgen ging ik weer wandelen. Paul had last van een knie en nam wat rust. Wij liepen met zijn tienen de “poeltjestocht”. Ik verwachtte meertjes, maar het bleek dat we door een rivierbedding liepen, waar over een deel regelmatig poeltjes met heel helder water waren. Langs de poelen, tussen de stenen oleanders en dadels. Soms een mooie cactus.
We horen regelmatig kikkers en een maal zien we een slangetje in het water. De grond is regelmatig omgewoeld door wilde zwijnen.
Soms lopen we een eindje over glad afgeslepen rotsplateaus in het midden van de “stroom”, dan weer klauteren we wat hoger langs de bedding tussen de stenen door.
Aan het eind van de rivierbedding een stuwdammetje, waar wat water onderdoor sijpelt. Erachter natte aarde en nog een modderig plasje.
Wij klimmen over een “pas” om wat verderop uit te komen op de weg naar Tafraout langs de “Hoed van Napoleon” (een rotsformatie). Het laatste deel van de wandeling gaat over die weg en dan door de stad terug naar de campers. In totaal een afstand van zo’n 10 km.
Vanmiddag bleven we voor de camper lezen. Verschillende vogels pikken van de broodkruimels die we strooien. We zien mussen, duiven, grauwe buulbuuls, gestreepte gorzen. De mooiste is de diadeemroodstaart. De laatste komt heel af en toe even langs en zo gauw we iets bewegen is hij weer weg.
Geschreven door Arendien-en-Paul