Donderdag vertrokken we in een harde noordoostenwind naar het noordoosten. Nadat Paul mij de Aljibes uitlegde en liet zien, stopten we bij De Cortíjo de Fraile. Een voormalig klooster annex boerderij, waar verschillende filmopnames zijn gemaakt Ook hier was Paul woensdag al geweest. Een informatiebord vertelde dat hier op 22 juli 1928 een crime passionel is gepleegd. Frederico Garcia Lorca schreef er in 1931 “Bodas de Sangre” (Bloedbruiloft) over.
Dan gaan we verder richting Rodalquilar. In dit gebied waren vroeger goudmijnen. Het landschap is ruig en rotsig. Parque natural de Cabo de Gata is een vulkanisch gebergte. Ook op ons pad is het soms moeilijk te fietsen. We zien mooie (kleine) bloemetjes en regelmatig zien (en horen) we kuifleeuweriken.
Door een tunneltje door de rotsen krijgen we uitzicht op een voormalig mijnstadje (San Diego). Aan de rand van Rodalquilar een complex waar lood, zilver en goud werd gewonnen uit stenen uit de mijnen.
We hebben nu ongeveer 10 kilometer afgelegd en die kostten ons 2 uur. Niet alleen omdat we vaak afstappen om rond te kijken, maar vooral omdat de weg zo slecht is en we regelmatig een helling op moeten.
Vanaf Rodalquilar hebben we weer normale geasfalteerde wegen. We gaan naar het zuiden. Eerst een uitkijkpunt over zee en kust, daarna naar La Isleta del Moro, een visserdorpje waar we lunchen. (Niet zo goed als we hadden verwacht.) Een stuk voor de wind en daarna weer wind van opzij en van voren, terwijl we helling op terug gaan naar de camper. Totaal bijna 40 kilometer gereden.
Vanmorgen wilden we even boodschappen gaan doen in een stadje 11 kilometer verderop (volgens Google Maps). We vonden alleen de doorsteek niet, dus uiteindelijk was het 20 km naar de winkel. Op de terugweg zagen de doorsteek wel, maar die was onverhard. Met zware boodschappentassen niet slim om te doen. We gaan dus verhard terug, door het kassengebied. Ook nu was ons totale rondje weer bijna 40 km, met net zoveel hellingen en net zoveel tegenwind als gisteren.
Eigenlijk hadden we vanmiddag nog naar een vulkaan willen lopen, maar dat lukte niet meer. We verkenden de route wel al een stukje en zagen o.a. witte affodil bloeien. We zagen ze voor het eerst in meivakanties in de Vendée.
Voor een bloeiende amandelboom zongen we onze jarige zoon toe.
Geschreven door Arendien-en-Paul