We weten dat het stutten van de gebouwen het gevolg zijn van aardbevingen. Vandaag reden we dwars door het nationaal park di Monti Sibilini. Bij Visso wilden we het park inrijden na nog een paar boodschappen. Men was bezig een nieuw winkelcentrumpje te bouwen. Een groot deel van het dorp was afgesloten. “Red zone” (= verboden gebied) noemde een man, waar Paul mee sprak het.
In 2016 (24 augustus en 30 oktober) had de aarde geschud. Hij was bang, bang, bang geweest. Het grootste deel van het dorp was ingestort of zo beschadigd dat er niet meer gewoond kan worden. Bij het dorp staan nog steeds noodwoningen (containers).
In het volgende dorp langs onze route van hetzelfde laken een pak.
Bij Castelluccio komen we op de Piano Grande, een hoogvlakte aan alle kanten omzoomd door bergen. Op een informatiebord zien we een kaart met alle getroffen dorpen. Ook een foto van het Vettore massief, waarop de zichtbare breuklijnen zijn aangegeven. De Monte Vettore is met 2476 m de 2e hoogste berg van Italie. Met de kaart voor ons zijn die lijnen inderdaad duidelijk te zien.
Ook Casteluccio ligt in puin. Langs de doorgaande route zijn noodrestaurants en winkeltjes gebouwd. Linzen zijn als lokaal product bij bijna alle kraampjes te koop.
De bermen staan vol met bloemen. De akkers in het plattere gedeelte zijn groen tot geel. Linzen en mosterdzaad. Een veld staat vol met klaprozen.
We blijven vannacht op de CP van Castelluccio, met uitzicht op de Monte Vettore en de bloeiende akkers.
Geschreven door Arendien-en-Paul