Het plan was om gisteren naar Tafraout te rijden, maar Paul had nog zoveel last van zijn rug, dat we dat maar een dag uit hebben gesteld. Met paracetamol op deed hij het heel rustig aan.
Ik wandelde alleen even naar de winkels voor vers brood. Bij een van de kraampjes aan de poort ook maar weer een pondje aardbeien meegenomen. Even verderop langs de muur wordt een nieuwe “kraam” opgebouwd: de wortels met loof keurig gestapeld.
Vanmorgen gingen we echt weg. De “normale” route van Tiznit naar Tafraout is de 104. Wij pakten die een stukje en sloegen toen linksaf naar een kleinere weg, kronkelend door de bergen. Het eerste stuk is keurig geasfalteerd met zelfs een middenstreep. Voorbij Anezi wordt de weg smaller en moeten auto’s de berm in als je elkaar passeert.
Langs de weg eerst hellingen met arganiabomen, later zoals vaker in de Anti Atlas terrassen op de helling met argania, amandel of olijfbomen. Langs een rivier komen er dan opeens dadelpalmen en kleine akkertjes.
Tegen de hellingen dorpen met gekleurde muren, rond de ramen een contrasterend kleuraccent.
De weg loopt soms golvend door het landschap, dan opeens met een paar flinke haarspelden omhoog en dan zie je ver beneden je een brug waar je net over bent gekomen.
Verderop overheersen rotsen in allerlei formaties en kleuren. Daarna komen we door de Ammeln vallei en dan aan de noordkant Tafraout binnen. Om bij de “camping sauvage” in het keteldal te komen, moeten we de stad door.
Tegen vijven wandelen we naar de stad. De Maroc Telecom kaart moet opgewaardeerd, de paracetamol is bijna op en we moeten wat te eten halen.
Als we terug zijn op onze plek komen achtereenvolgens de bakker vragen of we morgenochtend brood willen en een mevrouw of we eten willen bestellen. Op haar telefoon laat ze foto’s zien van de tajines of schalen couscous die ze kan leveren.
Geschreven door Arendien-en-Paul