Vanmorgen in de stad liepen we een winkel binnen met Berbersieraden, -aardewerk en kleden.
Toen we aangaven welke maat kleed we zochten, werden we meegenomen naar een grote hal, ruim honderd meter verderop, net buiten de Medina. In ons eentje hadden we hem waarschijnlijk niet gevonden. Ondertussen hadden we een gesprek gehad over Trump (vonden we allemaal niet goed); dat sommige mensen alleen uit zijn op geld, nog meer geld en nog meer geld en macht; dat we de aarde niet bezitten, maar in bruikleen hebben. Wij waren “goede” mensen.
Uitdrukkelijk werd een aantal keren benoemd dat we, ook als we niet zouden kopen, als vrienden uit elkaar zouden gaan. We eventueel (na nog een jaartje sparen) volgend jaar opnieuw welkom zouden zijn. We echt alleen moesten kopen als we er gelukkig van werden.
In de hal keken we eerst rond, gaven aan welke soort kleden (die rondom aan de muren hingen) we mooi vonden en toen werd er uitgespreid.
Mooie kelims (geweven kleed, dat daarna geborduurd is) of geknoopte van wollen garens van witte en bruine schapen en met kamelenhaar.
Wat we niet mooi vonden, werd weer opgevouwen en opzij gelegd.
Uiteindelijk gaan we voor een kelim. Vlak voor we met onderhandelen willen beginnen, zie ik een gaatje. Volgens de verkoper is het geen probleem, maar als ik er niet gerust op ben, moet ik hem niet kopen. In de voorraad (boven) blijkt nog iets soortgelijks te liggen. Die wordt naar beneden gehaald. De kleuren zijn iets feller, hij is wat jonger, dus de kleuren zijn nog niet vervaagd.
Geen enkel kleed is hetzelfde. Een familie maakt kleden in dezelfde stijl, maar nooit volledig identiek.
Aan een kelim in onze maat (2x3m) wordt 2,5-3 jaar een aantal uren per dag gewerkt. Borduren kan je niet een hele dag doen.
De vraagprijs is natuurlijk veel te hoog. Ik geef aan wat ik maximaal wil betalen en we staan op, nemen afscheid en zeggen dat het jammer is, want we vinden hem heel mooi. Er komt een tegenbod dat nog steeds voor ons te hoog is. Onderweg naar de deur komt weer een lager bod. Ik verhoog mijn maximum bedrag iets. Hij gaat nog wat omlaag en in de deuropening komen we tot een akkoord.
We mogen niemand vertellen wat de uiteindelijke prijs is. Zal ik dus ook niet hier noemen.
Hij vraagt of ik gelukkig ben met de aankoop. Ik twijfel, het is een hoop geld. Hij neemt mijn hoofd tussen zijn handen en geeft me een zoen op mijn hoofd. Ik geef aan dat ik waarschijnlijk thuis “happy” zal zijn ermee.
Met een pakket van 11 kilo op Pauls schouder lopen we terug naar de fietsen. De boodschappen die ik ook nog wilde doen, blijven nog even op het lijstje staan, omdat de portemonnee nu even leeg was. Aan het eind van de middag fiets ik naar een buurtwinkeltje voor de meest noodzakelijke. De rest komt morgen wel weer.
Geschreven door Arendien-en-Paul