Vanmorgen moest ik beginnen met rijden, omdat Paul de weg naar de Tizi ’n Test-pas wil rijden.
Ook ik had al smalle weggetjes met wat hoogteverschillen.
Bij Asni, we zijn dan net aangekomen op de N7, een van de “grotere” doorsteken van de Atlas, neemt Paul het na de koffie over. Vorig jaar toen we hier reden, waren sommige stukken van de weg vrij gemaakt van het puin dat met de aardbeving erop was gerold. Nu wordt er op een aantal plaatsen kilometerslang gewerkt aan het egaliseren en verbreden van de weg. Voor ons betekent dat piste rijden. Het asfalt is voor een groot deel weg en waar nog wat ligt, zit het vol gaten.
Op de bergtoppen ligt wat sneeuw. Soms zien we Marokkanen in groepjes selfies maken met hun voeten in de sneeuw.
We geven onze dozen schoenen af bij een klein dorpje (Mzouzit Idni met 24 families, volgens degene die ze in ontvangst neemt).
De tentenkampen van vorig jaar zijn voor een deel vervangen door containerwoningen. In verschillende dorpen wordt flink gebouwd. Vaak liggen er stapels stenen langs de weg. Een vrachtwagen met bakstenen rijdt heel voorzichtig voor ons (tot we kunnen passeren).
Ons valt op dat het rond die container- en tentendorpen veel rustiger is dan vorig jaar. Geen grote groepen kinderen die op straat spelen, nauwelijks mensen die met elkaar staan te praten. Behalve bij de winkeltjes en barretjes die langs de weg zijn opgebouwd. Daar zitten vaak wel wat mannen / jongens thee te drinken.
Hoewel we de N7 al een aantal keren hebben gereden, hadden we nu regelmatig dat we het niet herkenden en ons zelfs afvroegen of we wel op de goede weg naar de Tizi ’n Test-pas zaten.
Pas een paar kilometer voor de pas, hadden we weer het o ja-gevoel.
We overnachten deze keer niet op de pas, maar een stukje verder bij Hotel-Restaurant La Belle Vue, waar we eerst eten.
Vanaf de pas (ander departement) werd er weer aan de weg gewerkt. De rijbaan wordt iets verbreed, maar daarvoor moet wel een stukje van de rots worden afgehakt. Vlak voor onze bestemming moeten we dan ook wachten tot de vrachtwagen gevuld is met stenen, voor we verder kunnen.
Vanaf het terras van het hotel genieten we later van de zonsondergang en daarna zien we de lichtjes in de Souss-vallei onder ons. Overdag was het zoals meestal te heiig om er iets te zien.
Een Japanse vrouw logeert met haar Marokkaanse vriend in het hotel. Ze is heel benieuwd naar hoe we in de camper leven en vindt alles “cute” als ze even binnen kijkt.
Geschreven door Arendien-en-Paul