Gisterochtend stond opeens iemand van de gemeente op de camping. Hij wilde een foto van een paspoort, een telefoonnummer en stageld (30 RON per dag). Paul vertelde meteen dat we vandaag zouden vertrekken. Van Italiaanse buren hoorden we later dat het terrein zaterdag leeg moet zijn in verband met een feest. Vanmorgen werd al begonnen met de voorbereiding.
Wij hebben niet zoveel gedaan gisteren. Wat klusjes rond de camper, gelezen en grofweg bekeken hoe we verder zullen reizen in Roemenië en Hongarije. Het was erg warm, maar gelukkig konden we steeds schaduw vinden.
Vanmorgen vertrokken we richting het westen. We rijden door het dal van de rivier de Olţ.
De stad Deva kennen we niet. Ee schijnt ook niet zoveel te zien te zijn, behalve de gerestaureerde resten van een 13e-eeuws Hongaars kasteel op een heuvel. De heuvel is een restant van een uitgedoofde vulkaan.
We vinden een campinkje vlakbij een van de toegangspoorten van het kasteel. Om er te komen moeten we wel een smal, steil weggetje op. Tegenliggers moeten aan de kant (omhooggaand verkeer heeft voorrang in de bergen).
Ook hier is het heet (36°C) en alleen maar schaduw die we zelf creëren met de luifel.
Met een hoed op en flessen water in een rugzak, lopen we toch maar naar het kasteel. Over de toegangsweg binnen langs de muren omhoog en later via een lange trap weer omlaag naar de poort. Deze poort is eind 17e-eeuws en gebouwd meteen nadat het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk Transsylvanië had veroverd.
In de camper is het met 42° te warm om te koken, we eten dus maar een boterham vanavond.
Tot half twaalf zitten we buiten. Dan is het binnen afgekoeld naar 31°, nog erg warm, maar op het dekbed liggend uit te houden.
Geschreven door Arendien-en-Paul