Was ik eergisteren niet lekker, nu is Paul aan de beurt.
De afgelopen nacht in Cahul bleef het erg warm in de camper (en in de straten van de stad). Paul is halverwege de nacht op de bank gaan liggen. In het bed bovenin vond hij het te warm.
Vanmorgen reden we eerst naar een tankstation in Cahul, waar we diesel tanken voor iets meer dan een euro per liter. Gisteravond was onze gasfles leeg. Die konden ze ook vullen. We vroegen 22 liter (= ±11kg). De pompbediende besliste dat er 20 liter getankt werd. Ook prima. We waren er nog geen €15,- voor kwijt, zo’n derde van wat we in Nederland moeten betalen voor een volle tank. Dat ik de diesel cash wilde afrekenen en het gas met kaart, was een constructie die even nodig had om door te dringen. We willen zo weinig mogelijk Moldavisch geld over houden en we hadden te weinig om alles cash te betalen.
Bij een mannetje langs de weg kopen we nog een meloen en nectarines. Daarna nog een kop koffie en een flesje water en dan is er weinig meer over. In elk geval te weinig om in te wisselen.
Opeens zien we langs de weg een auto staan, waar iemand uit de achterbak grote flessen haalt. Water? Ook wij moeten onze tank weer vullen, dus we rijden maar even terug. Inderdaad heerlijk helder, koel water. Paul vult met gieters onze tank. Als ik op weg ben naar de bron, wordt ik aangesproken door een mevrouw in een auto. Haar man is ook flessen vullen. Waar we vandaan komen, wat we in Moldavië doen, etc. Ik geen Moldavisch (Roemeens) of Russisch, zij geen Engels, Duits of Frans en toch begrijpen we elkaar.
Later vul ik ook nog maar een paar waterflessen om zo te drinken. Het water uit de tank drinken we niet meer ongekookt.
We hebben een mooi uitzicht op de meren langs de Prut en later op de rivier zelf.
Op de grens is het een stuk rustiger dan de vorige keer. We zijn nu binnen een uur weer in de EU. Dacht ik alle benodigde papieren bij de hand te hebben, wilde de Moldavische grenspolitie de groene kaart zien en ook het “Vignette” (wegenbelasting). De laatste had ik alleen digitaal op mijn telefoon. Toen ik die had gevonden, was hij al met de paspoorten naar zijn hokje om af te stempelen.
Bij de Roemeense grens werd een Oekraïense auto teruggestuurd. Sinds een week of drie moeten Oekraïners een keuringsbewijs (APK) van hun auto laten zien. Sommigen wisten dat dus niet.
We rijden door naar Lacu Sărat, een zoutmeer net onder Brăila, waar we tussen de bomen kunnen staan. Ik loop even langs de oever. Mensen zitten en liggen in groepjes op het gras. Sommigen hebben zich helemaal ingesmeerd met zwarte modder. Ook in het water veel mensen.
Paul ligt soms even op de bank, maar vlucht dan snel voor de warmte weer naar buiten om in een stoel te hangen. Ik hoest en snotter nog af en toe, maar voor de rest ben ik weer OK.
Als het “strand” bijna verlaten is, neem ik nog een foto.
Geschreven door Arendien-en-Paul