Vanmorgen net na ons ontbijt, kwam er een man aangefietst. Hij stapte af en begon in voor ons onverstaanbare taal van alles te vragen en te zeggen. Toen wees hij op mijn thee en zei ceai. We begrepen dat hij ook wel een glas wilde. Paul ging binnen een glas pakken en meteen stond hij ook binnen rond te kijken. Toen hij buiten aan de thee zat, kwam zijn Frans weer boven. Hij vertelde Frans gestudeerd te hebben aan de faculteit Vreemde talen van de Universiteit van Chisinau. Wat voor werk hij had gedaan, kwam er niet uit. Hij was 66 en gepensioneerd. Zijn vrouw was helaas overleden. Van ons wilde hij ook weten hoe oud we waren en wat voor werk we hadden gedaan. De hoogte van ons inkomen, had hij ook graag willen weten, maar daar hebben we maar overheen gepraat. Op zijn vraag naar het aantal inwoners van Nederland, vertelde hij dat Moldavië er 3 miljoen heeft. Hij woonde in een buurdorp van Rudi en was op weg naar het Mănăsteri om te bidden. Op de foto wilde hij niet.
Toen wij later lopend op weg waren naar het klooster, kwamen we hem weer tegen. Hij stapte af, bood ons een snoepje aan en ging toen lopend naast zijn fiets verder omhoog.
Langs de weg naar het klooster alvast de aankondiging op een dakje. Vlakbij staat een kruisbeeld. Die zien we wel vaker, maar hier zijn allerlei attributen aan toegevoegd: hamer en nijptang, ladder en spies (met rode punt).
Bij het klooster ritste Paul zijn broekspijpen aan en ik deed mijn sjaaltje om.
Een bordje wees de weg naar de kerk, maar die bleek op slot. Een van de nonnen ging een sleutel halen en liet ons toen binnen. Toen we de iconen hadden bekeken, toonde ze ons de trots. De deksel van een bewerkte houten kist ging open. Erin minuscule relieken van verschillende heiligen. Ze wees ze ons aan op een afbeelding in de deksel. Fotograferen was verboden dus helaas geen foto’s.
Terug bij de camper pakte Paul de fiets om in het dorp een winkel met brood te zoeken. Voor we naar het klooster gingen had ik een wasje gezet. Die kon ik in de tijd dat Paul weg was, mooi spoelen. Naast de kerk is een put, dus ik hoef ons lekkere bronwater niet te gebruiken.
Bij de laatste emmer komen een paar vrouwen van de begraafplaats. Ze waarschuwen dat dit water niet is om te drinken, maar voor het wassen.
Na de lunch fietsen we samen naar het punt van de Struve geodetische boog. We hebben er al vaker over geschreven en zijn al meerdere keren op markeringspunten langs deze lijn geweest.
Het was een poging om door verschillende metingen de omvang en vorm van de aarde vast te stellen. De Struve geodetische boog loopt ongeveer langs de 26e lengtegraad (oost) van Hammerfest in Noorwegen naar Odessa in Oekraïne. Sinds 2005 staat de boog op de Unesco werelderfgoedlijst. Hier bij Rudi is dus ook zo’n punt.
In het dorp staat een mooi versierd huis. Een bouwval iets verderop is ooit heel voornaam geweest.
Terug bij de camper hang ik de was op en doet Paul was huishoudelijke klusjes: camper wassen en de wc legen (achter op de begraafplaats vond hij een droogtoilet).
Als er een boer langsrijdt met een grote watertank, houden we die op de terugweg aan en vragen of we een paar gieters water mogen kopen. Het water komt uit de (ons bekende) bron. Hij laat het ons proeven. Geld voor die 2 gieters wil hij niet.
Morgen rijden we richting Soroca.
Geschreven door Arendien-en-Paul