We gaan in de richting van Tazenakt, het centrum van de tapijthandel. Eerst kilometers op de rand van de woestijn en de bergen. Het is heiïg. De bergen zijn soms alleen maar contouren.
Een deel rijden we langs een rivier(bedding) met palmplantages. Voor Tissint verdwijnen die achter steenmassa’s de diepte in. We lopen naar de kant om naar beneden te kijken. We horen kikkers, dus er moet wat water zijn.
Voor we ons bestelde glaasje jus d’orange kunnen krijgen, moeten er eerst sinaasappels worden gehaald. Als even later een Duitse camper stopt en ook daar iemand jus wil, moet dezelfde jongen opnieuw lopen.
Als we verderop door een brede bedding rijden, zien we naast ons poeltjes water.
Later gaat de weg opnieuw door de rivierbedding, maar nu is de brug waarover de eigenlijke weg liep, weggeslagen.
Bij Foum Z’Guid zien we tegen de bergen zandduinen ontstaan.
De weg is goed en er is heel weinig verkeer. Voor we in Tazenakt zijn, moeten we nog een stukje door de bergen.
We staan op het parkeerterrein tegenover het politiebureau. We lopen de stad in om te kijken naar tapijten. Van vorige keren herinneren we ons dat er overal kleden hingen. Dat is nu een stuk minder.
Op de souk zien we kramen met mooi geverfde wol. Voor de tapijten wordt ons verteld.
We gaan een paar “winkels” binnen om tapijten te kijken. We komen er langzamerhand achter dat we de kilims het mooist vinden. Een geweven tapijt dat daarna geborduurd is. We zien er weer een paar. Maar ook hier zijn de prijzen boven ons budget.
Als dan ’s avonds ook nog (eindelijk) de garagerekening van december op de mail staat, besluiten we toch maar geen kleed te kopen dit jaar.
Geschreven door Arendien-en-Paul