Gisterochtend reden we naar Spanje. Toen we vertrokken scheen de zon. In de buurt van Bordeaux werd het mistig, maar aan de rand van de Pyreneeën was er weer een heerlijk zonnetje.
We staan op de camperplaats van Donostia – San Sebastian. Het is even puzzelen om een parkeerkaartje uit het automaat te krijgen. Als keuzetaal zie ik alleen Baskisch en Spaans. Voor mij is iemand die iets uitlegt.
Vanmorgen schijnt weer de zon, dus we fietsen naar het oude centrum van de stad. Donostia (de Baskische naam) ligt aan baai met stranden. Midden in de baai een rotseilandje dat de golven breekt.
Eerst even de kerststal bekijken in de kathedraal. Naast de gebruikelijke stal ook eentje met de aankondiging van de komende zwangerschap aan Maria en het vergeefse zoeken naar een herberg.
Daarna gaan we naar het Grondwetsplein. De balkons van de huizen er rondom hadden vroeger nummers. Het waren de loges bij het stierenvechten op het plein. Het plein is nu een park, waarin weer verschillende “kerststallen” staan. Denk dan aan levensgrote uitbeeldingen van het dagelijks leven, waaraan beelden uit het kerstverhaal (herders, koningen) zijn toegevoegd.
In een de panden langs het park een “stal” met bewegende beelden, zoals smeden aan het werk en Jozef en Maria die de kribbe wiegen.
Op weg naar het museum, komen we langs de San Vicente, de oudste kerk van Donostia. Ook hier weer een kerststal, maar in tegenstelling tot de kathedraal ook grote altaarstukken( retabels).
Het museum is vooral gewijd aan geschiedenis en cultuur van de Baskische bevolking. Het gebouw was oorspronkelijk een 16e eeuws Dominikaans klooster. In de kloosterkerk, gerestaureerd in 1929, zijn elf schilderingen aan gebracht op de muren (de Sert canvassen, door Josef Maria Sert (1874-1945). Ieder “schilderij” verbeeldt een deel van de geschiedenis van de stad en haar bewoners. Zo zien we op het altaarstuk San Telmo (patroonheilige van zeevaarders en naamgever van het museum) een schip redden in een storm. Een andere schildering (Een volk van scheepseigenaars) verbeeldt een scheepswerf, waarop een grote vloot wordt gebouwd: de Armada, die onoverwinnelijk werd geacht (tot ze Piet Hein tegenkwamen).
Verder in het museum grafstenen en speciale kandelaars om de dode voorouders te gedenken/ eren.
Speciaal zijn de argizaiola: een houten bord, waaromheen een waskaars is gedraaid. Deze brandden op familiegraven in kerken.
Na de lunch (met pintxo) wandelen we de Monte Urgull op naar het Jesusbeeld.
Terug in de haven nog even op een bankje genieten van de zon en dan terug naar de camper.
Geschreven door Arendien-en-Paul