Vanaf de 45 nemen we de 62 langs de Klarälven. Dit is een toeristisch gebied blijkt uit de vele campers, caravans en Nederlandse auto’s die we tegenkomen.
Het landschap is mooi. De rivier en zijn dal liggen ingeklemd tussen twee bergruggen. In het dal akkers en weilanden rond boerderijen.
In Ekshärad zien we een kerk die helemaal is bedekt met houtspanen. Kerken met dakspanen zien we wel vaker, maar deze kerk heeft spanen op alle wanden. De kerk is open, dus we nemen een kijkje.
Hij is gebouwd in 1686-1688. In 1695 werd de toren toegevoegd.
Binnen een retabel (altaarstuk) uit 1697. De preekstoel komt uit de 15e-eeuwse kerk die hier eerder heeft gestaan. Hij is volledig gestoken uit hout. De voet van het doopvont is 13e-eeuws, de kom en het deksel ervan uit de 17e-eeuw. Aan een zijmuur hangt een laat Middeleeuws altaarstuk met St Anna, haar dochter Maria en Jezus. De zijkanten van de banken zijn versierd. Achter in de kerk zien we een verzameling collectezakjes.
Bijzonder zijn twee smeedijzeren grafstenen in de vloer van het koor.
Op het kerkhof, dat vanaf 1690 in gebruik is, staan op de graven veel smeedijzeren kruizen, die geen kruizen zijn. Het zijn symbolen van de levensboom, die niet kan worden vernietigd door de (doods)winter. Symbolen van een geloof dat de dood niet het einde is, maar een weg naar een nieuwe realiteit. De blaadjes bewegen op de wind.
We komen vanmiddag aan bij het begin van de Vänern. Vannacht staan we bij Grums aan het Grumsfjorden, waar de campers kop-staart bijna tegen elkaar aan staan. Wat een verschil met de vorige nachten. Toen stonden we alleen.
Geschreven door Arendien-en-Paul