Het heuvelachtige gebied waar we nu zijn heet Monti Dauna. Het grenst aan een laagvlakte, waarop veel graan wordt verbouwd. Graanvelden zagen we toen we hierheen reden.
We zijn in Troia, dat zichzelf de Parel van Monti Dauna noemt. Het ligt op een heuveltop en was daardoor belangrijk voor legers uit het noorden die het zuiden wilden veroveren. Er was hier dan ook ooit een fort en begin 13e eeuw werd dat samen met de stad verwoest.
Daarvoor was het geregeerd door bisschoppen die o.a. een kathedraal bouwden. In 1093 werd daarmee gestart. Uiteindelijk was hij af in 1115. Opvallende details zijn de voorgevel die uit twee delen bestaat. De onderste helft heeft (blinde) bogen, de bovenste helft een schitterend roosvenster met elf spaken. De ruimte tussen de spaken lijkt met kant gevoerd. Alles uitgevoerd in marmer natuurlijk. De motieven zijn duidelijk van islamitische oorsprong. Ook op een van de zijmuren zagen we die elementen terug in de decoratie. Boven het roosvenster een halve boog met (fantasie) dierenfiguren.
De bronzen deuren (de deur van de voorspoed) van Oderiso de Benevento zijn van 1119 en ook versierd met fabeldieren en fantasiefiguren. Aan de zijkant is nog een bronzen deur (1127) van dezelfde kunstenaar. Deze heeft panelen met afbeeldingen van heiligen en bisschoppen en inscripties over de tot standkoming van de kerk.
Bij de hoofddeuren staan restaurateurs op een steiger. Paul gaat later op de avond nog een keer terug voor een foto.
In de kerk een bijzondere preekstoel uit 1169. Een stenen bak die op 4 zuilen rust. Op een van de kanten een reliëf van een leeuw, die door een bijtende hond wordt afgehouden van het verslinden van een lam.
Naast het hoofdaltaar een 15e-eeuws fresco “Dormitio Virginis”.
Aan weerskanten van het schip 2 barokke kapellen (18e eeuw) , om de kerk de vorm van een Latijns kruis te laten krijgen.
We staan op een CP aan de rand van het stadje. De CP heeft drinkwater, een afvoer voor grijs- en zwart water en zelfs gratis stroompunten.
Geschreven door Arendien-en-Paul