Zaterdagochtend reden we over een mooie bergweg naar de rand van het nationaal park dei Monti Sibilini, een deel van de Apenijnen.
We gaan naar een camping om een was te draaien en weer een keer lekker te douchen.
Als we aankomen, horen we dat er later die dag een groep van 25 NL caravans wordt verwacht (Acsi).
De campingeigenaar vraagt of we daar tussen willen staan of liever iets verderop. Hij heeft een grote plaats voor ons, maar dan is het toiletblok wel 300m lopen. Vinden wij geen probleem. We staan aan de rand van de camping met uitzicht op de bergen en het dorp Preci.
’s Middags krijgen we weer wat onweersbuien.
Vanaf de camping zijn wandelroutes uitgezet. Zondagochtend nemen we er een. Als we net zijn vertrokken, gaat het weer druppelen: regenjassen aan dus en lopen.
De route gaat helemaal over onverharde paden. Soms klei, die aan je schoenen plakt als sneeuw aan houten klompen.
Langs het pad mooie bloemen en af en toe een beestje.
Gistermiddag de was gedraaid en alles wat kon, daarna in de droger. Wat aan de lijn hing, haalden we er 2x af, omdat het weer even ging regenen. Toch was aan het eind van de middag bijna alles droog.
Vanmorgen kozen we een langere wandeling. Ook nu weer door de natuur, met een koffiestop toen we door Preci kwamen.
Onder de bloemen die we zien orchussen, een paar bekende, maar ook onbekende. De vreemdste was de paarse aspergeorchus. De enige waarbij ik er aan dacht om Lens te gebruiken om te zoeken.
Een foto maken ging moeizaam. Hij was vlak bij de camping, dus Paul is later nog een keer teruggegaan om een nieuwe poging te wagen.
Opvallend was dat een aantal gebouwen in dorpen waren gestut. Grote scheuren zagen we vaak niet, dus we zijn er niet achter of het is als gevolg van aardbevingsschade of uit voorzorg.
Geschreven door Arendien-en-Paul