Vanmorgen toch de wandeling naar de vulkaan. Vanaf de camperplaats meteen het natuurgebied in, over grindpaden omhoog. Op de hellingen af en toe wat olijfbomen of amandelen, agaves en palmito en struiken die we niet kennen.
We wandelen met de geur van bloeiende tijm en zoemende bijen om ons heen. Naast de tijm ook de vertakte graslelie en iets blauws dat ons aan lavendel doet denken.
Na een aantal kilometers opeens een vervallen boerderijtje met schapen en geiten. Water drinken ze bij de nog werkende aljibe. We nemen een steen in de hand, vanwege de blaffende (loslopende) honden.
Verderop zien we meerdere mensen lopen. Daar is dus de “afslag” naar de krater. Het officiële pad gaat door een droge rivierbedding, maar elke bocht kon worden afgesneden.
Opeens een autokarkas in de bedding, erin en erop stenen. Hoe hebben ze die in vredesnaam hier gekregen? Paul had de foto in Google maps zien staan.
Een stukje verder staan we er middenin – de Caldera de la Majada Redonda. Overal om ons heen hellingen. Schitterend.
De terugweg gokken we op een iets andere route. Hij klopt en terug bij de camper hebben we 10 kilometer in de benen.
Lunchen en daarna lekker in de zon lezen. De thermometer geeft 25˚C aan.
Geschreven door Arendien-en-Paul