Vanochtend reden we via de 201 (door Lieve consequent N11 genoemd) verder naar het noorden. Het eerste stuk is heel goed, het tweede stuk is wat hobbeliger. Het laatste stuk wordt in de referenties van Campercontact ZOAB genoemd, maar dan wel de Marokkaanse versie.
Dit is duidelijk een druk bevolkt landbouwgebied met grote akkers en veel kuddes schapen en geiten langs de weg. Het vele verkeer bestaat voor een deel uit ezelkarren, waarmee kinderen naar school worden gebracht, boodschappen worden gedaan, en spullen van het land worden vervoerd.
In Sidi Bennour was het soek vandaag. Veel mensen komen daarheen met een ezelkar. We zagen karren volgeladen met rond de 10 personen (met hun boodschappen).
We rijden door naar de Kasba Boulaouane, waar we op de parking gaan overnachten. De kasba, gebouwd in 1710 door Moulay Ismael, is grotendeels vervallen. De muren met kantelen zijn nog veelal intact. In de kasba was een paleis, waar we nog een paar stukjes decoratie van zien, net als een stukje van de vloermozaïeken. De moskee is gerestaureerd, net als de toegangspoort. Naast de moskee de marabout (grafkamer) van een heilige.
De gevangenis doet denken aan die van Meknes: Grote ruimtes met daglicht dat door gaten in het dikke plafond naar binnen valt.
Vanaf onze parkeerplaats kijken we omlaag uit op de Oued Oum-er-Rbia, die om de kasba heen slingert. Aan de voet van de kasba tot aan de rivier sinaasappelboomgaarden. De bomen bloeien en als we buiten staan, ruiken we die heerlijke geur.
In de muren van de kasba nestelen wat valken.
’s Avonds bereid de moeder van de bewaker een tajine poulet voor ons.
Later die avond vertelt hij dat normaal zijn vader de nachtdienst doet en hij de dagdienst. Zijn vader is nu ziek, dus hij moet ook de hele nacht blijven waken. We hopen dat hij ergens in de kasba een hokje heeft, waar hij toch nog even een oogje dicht kan doen.
Geschreven door Arendien-en-Paul