Het eiland Öland is al sinds lang bewoond en er zijn dan ook overblijfselen te vinden uit die tijden.
Eigenlijk was ik van plan van vandaag en morgen één verhaal te maken, maar het wordt te veel, dus toch maar 2 verhalen.
Vandaag reden we naar de zuidkaap van het eiland. Daar staat de Långe Jan, de hoogste vuurtoren van Zweden: 41,6 meter hoog en 197 treden naar het punt net onder de spiegels, waar je buiten rond kan lopen. Aan drie kanten uitzicht over de Oostzee en aan landkant een stukje van Stora Alvaret, het natuurgebied dat bijna de hele zuidelijke helft van het eiland omvat.
In zee veel vogels: aalscholvers, meeuwen en zwanen zijn de opvallendste. Langs de waterrand ook grote stenen. Paul maakt een foto (met telelens) om te kunnen bekijken of er nog meer vogels in te herkennen zijn. Bij het kijken van die foto’s op de laptop, blijken een aantal van die stenen zonnende zeehonden te zijn.
De hele zuidpunt is sinds het midden van de 16e eeuw koninklijk jachtgebied. Om te voorkomen dat lokale bewoners of hun dieren het gebied betraden, zette Karel X er in 1650 een muur over de hele breedte van het eiland neer. De muur is er nog, alleen waar een weg is gekomen, is er een stukje afgebroken.
De ijzertijd (500 voor Chr – 1050 na Chr) is een periode waar veel van te vinden is.
Voor we gisteren op de zuidpunt kwamen, zagen we een halfronde stenen muur in een weiland. Stel je dan een muur voor van een paar meter dik, nu vooral overgroeid met gras. Aan de kant waar geen muur stond, was een klif van 20 meter hoog. Het was het fort Bårbyborg, gebruikt tussen 400 en 700. Achter de hoge stenen wallen werden gebouwen neergezet voor mensen en dieren en in tijden van aanvallen, waren de mensen er veilig.
Na de vuurtoren gingen we naar Eketorpsborg. Deze borg is voor een groot deel gereconstrueerd, compleet met nagebouwde woningen en schuren. Deze borg werd rond het jaar 300 gebouwd als vluchtplaats voor mensen en goederen. Vanaf het jaar 400 werd hij vergroot en bleef de borg permanent bewoond, door zo’n 150 -200 personen (met hun vee).
Op het hele eiland waren er van de 4e tot de 8e eeuw zo’n 15 van deze versterkte boerendorpen.
In de 8e eeuw werden de meeste borgen verlaten en vervielen.
Eketorp werd in de jaren 1100 door anderen betrokken en gerestaureerd. Nu werd het van 1170 – 1240 een militair garnizoen, waar behalve de manschappen ook hun vrouwen en kinderen woonden. In de huidige Eketorpsborg vind je naast ijzertijdwoningen ook middeleeuwse garnizoensgebouwen.
In het vakantieseizoen is Eketorpsborg een soort Archeon, maar nu is alleen in het weekend het museum open en de gebouwen toegankelijk. Het fort zelf konden we wel in.
Voor de nacht reden we naar een parkeerplaats aan de zee bij Seby, waar we ons vergaapten aan de vogelaars die met grote kijkers aan de waterkant stonden te kijken naar zwanen die heen en weer zwommen.
Geschreven door Arendien-en-Paul