Een aantal dagen geleden vroeg Bertje of we overal diesel konden tanken en onze eerste reactie toen was: we plaatsen een foto van een straat met verschillende tankstations naast en tegenover elkaar.
Maar in het zuiden van Marokko is het toch wat anders.
Meestal tanken we als we dik 500 km hebben gereden. We hebben dan nog een flinke marge, maar de tank helemaal leegrijden, willen we niet en ook niet het risico lopen dat we in de zenuwen zitten of we wel een tankstation zullen vinden.
Normaal gesproken kijken we als we ’s ochtends gaan rijden hoeveel er op de dagteller staat en besluiten dan (afhankelijk van de bestemming) of we die dag al dan niet moeten tanken. Zo ook eergisteren. We hoefden nog niet te tanken en toen bleek de camping in Akka gesloten en reden we zo’n 80 km verder. Geen moment meer naar de kilometerstand gekeken.
Gisteren realiseerden we ons dat we tussen Akka en Icht geen tankstation hadden gezien en dat de teller nu bijna op 600 staat.
Op de camping hoorden we dat het dichtstbijzijnde tankstation 15 km verder zit. Daar gaan we vanmorgen dus eerst maar even de tank volgooien.
Daarna rijden we verder naar het westen.
Versgeperst sinaasappelsap in Assa en dan door richting Guelmim. Lange rechte wegen door een wat eentonig landschap (steen- en zandwoestijn). Daar komt nog bij dat er veel stof (zand) in de lucht hangt, waardoor alles heiïg lijkt.
Als we in de buurt van de oase van Aït Bekkou komen, opeens groene akkers met graan, gras en bloemen. Heel maf: aan de ene kant van de weg een zandwoestijn en aan de andere kant groen zover je kunt kijken.
Geschreven door Arendien-en-Paul