Gisteren gingen we verder naar het oosten. Nu we weten dat de afgelopen nacht in het hutje naast onze camper militairen bivakkeerden, vallen ons de andere tenten aan de kustlijn ook op. Iedere paar honderd meter staat iets. Soms een klein koepeltentje, andere keren een bouwsel van zeil en planken. Op iets grotere afstand van elkaar zien we gebouwen met uitkijktorentjes. Hierbij waait de Marokkaanse vlag, een politiepost dus.
Wij vragen ons af wat die militairen daar ’s nachts moeten doen. De “onze” schenen af en toe met een zaklamp over de parkeerplaats. Een van hen had een hengel bij zich toen hij aankwam.
We lunchen in de Moulouya-delta, een moerassig gebied waar verschillende vogels overwinteren. Veel water stond er niet. We liepen door het mulle zand naar de rivier. Langs het pad werden de eucalyptussen gedund.
We rijden verder naar Saidia, in de zomer een druk vakantieoord nu een slaperig dorp tegen de Algerijnse grens aan. De grens tussen Marokko en Algerije is al jaren hermetisch gesloten. Op een duin aan de rand van de grensrivier staat dan ook weer een politiepost. Naar ons werd vriendelijk gezwaaid toen we even keken op het laatste stukje Marokkaans strand.
Vandaag op de enige camping die nu open is de camper weer eens schoongemaakt: alle zand weer van de ramen en vloeren. Nu kunnen we de woestijn in.
Toen we aankwamen stond er 1 Franse camper. De eerste die we zagen sinds we vertrokken uit Chefchaouen. Vanmiddag reden er zowaar 2 kleintjes binnen.
Geschreven door Arendien-en-Paul