Het Nationaal Park Lovćen is een deel van het Lovćen massief. De Jezerski vrh (Lake’s peak in het Engels) is met 1657 m het een na hoogste punt. Bovenop deze bergtop is het Mausoleum van Petar II Petrovic Njegoš. Njegoš was bisschop en vorst van Montenegro. Daarnaast was hij dichter en filosoof. Elke Montenegrijn ziet in Njegoš de personificatie van wat hij als heilig beschouwd. Het Mausoleum is een symbool voor de Montenegrijnen en een boodschap dat het hart van Montenegro onveroverbaar is. De Italianen hebben dat geprobeerd tijdens de bezetting in WOII.
Wij wandelden er vandaag vanaf het bezoekerscentrum (1200 m) naar toe. Een mooie tocht over stenige hellingen, lang een paar dorpjes en door beukenbossen. Opvallend dat in een deel van het bos alle bomen dood waren. Later hoorden we van een parkwachter dat er 2 jaar geleden een grote bosbrand is geweest, waarna alle bomen dood zijn (gegaan). Soms zien we de resten van een huis (natuurlijk met een bron).
We vroegen ons af waarom we niemand tegenkwamen. Je zou toch verwachten dat ook Montenegrijnen op een zondag de bergen in gaan. Boven aangekomen zagen we dat iedereen de auto (of bus) had genomen.
Om bij het Mausoleum te komen, moesten we 461 traptreden op in een 80 m lange tunnel met een stijging van 35˚.
In het Mausoleum eerst een voorplein met twee kariatiden (vrouwenfiguren die een latei op hun hoofd dragen) in Montenegrijnse klederdracht. Daarachter een kapel met een standbeeld van Njegoš. Het plafond is ingelegd met gouden mozaïeksteentjes. In de crypte de tombe met een kruis, het wapen van Montenegro en zijn geboorte en sterfjaar (1813 -1851).
Bij helder weer kan je vanaf de top van de berg een groot deel van Montenegro zien: de kust bij Budva, de baai van Kotor, het meer van Shkodër, soms zelfs de Italiaanse kust. Helaas vandaag was het zo heiïg dat we alleen de baai van Kotor en Cetinje zagen liggen.
Het pad dat we hadden gelopen konden we wel grotendeels aanwijzen.
Geschreven door Arendien-en-Paul