In Petäjävesi is een 18e eeuwse houten kerk, die op de Unescolijst staat. Die staat op ons lijstje, maar eerst gaan we even de andere kant op.
De soortgelijke kerk van Keuruu is iets jonger en moet mooie schilderingen hebben. Helaas is de kerk nog gesloten. Op de deur hangen nog de openingstijden van vorig jaar (vanaf 18 juni). We kunnen dus alleen de buitenkant bekijken. Als we goed kijken, zien we een patroon in de dakspanen.
Aan de rand van de begraafplaats ligt onder een afdak de meterslange kerkboot, waarmee mensen vroeger naar de kerk kwamen.
Een aantal kilometers verderop staat midden in het bos de “Wilderniskerk” van Pihlajavesi.
Gebouwd door de dorpelingen, zonder toestemming van de bisschop, die dan ook weigerde de kerk in te wijden, toen hij klaar was in 1782. Vijf jaar later gebeurde dat alsnog. De dorpelingen waren de kerk gewoon gaan gebruiken. Honderd jaar later zijn delen van het interieur gebruikt voor de nieuwe kerk die toen werd gebouwd. Alleen de muren en het dak bleven staan tot de kerk in 1930 werd gerestaureerd. In de zomer is hij in gebruik voor huwelijken en concerten. Daarbij staat hij altijd open voor wandelaars of andere reizigers. De sleutel zit in het prachtige slot.
Ook hier ligt weer een kerkboot, waar zeker 30 personen in konden. En dan is deze bijna de helft kleiner dan die in Keuruu.
Na de lunch rijden we naar Petäjävesi. Hier is de kerk open van 1 juni tot 31 augustus, zien we op de posters op de parkeerplaats.
Deze kerk is gebouwd tussen 1763 en 1765 door lokale timmerlieden, die hun initialen achterlieten op het plafond. Ook hier werd niet op permissie uit Zweden (de toenmalige heerser) gewacht.
De klokkentoren werd in 1821 toegevoegd door de kleinzoon van de oorspronkelijke architect.
In de kerk tegenover de versierde preekstoel nog een simpeler uitvoering ervan. Deze was voor de voorzanger. Er was geen geld meer om een orgel te laten bouwen, dus was er een voorzanger die het zingen van de gemeente leidde.
De preekstoel zelf wordt gedragen door Christoffel, de schutspatroon van de reizigers en drager van Christus. Op de preekstoel beeldjes van Christus, Maria en een onbekende vrouw en 2 apostelen. Op de randen engeltjes.
Voor in de kerk een luik in de vloer. Hieronder werden vroeger in de winter overledenen bewaart, tot de aarde genoeg was ontdooit om een graf te graven.
Vanavond eten we worstjes van een vuurtje. We kijken weer uit op een meertje.
Geschreven door Arendien-en-Paul