Gisteren op weg gegaan naar Meknès. We nemen na een stukje N4, een binnenweg naar de N6. Nu rijden we door het begin van de Midden-Atlas, hellend terrein met mooie vergezichten van allerlei tinten groen.
In Meknès staan we weer op het parkeerterrein bij de Koninklijke golfbaan. Van hier lopen we aan het eind van de middag de Medina in. Op het plein en de omliggende winkelstraatjes worden dan kramen neergezet, waar van alles te koop is: veel sportschoenen en pyjama’s deze keer. Iets verderop de straten van de meubelmakers en de metaalbewerkers.
Met aardbeien en dadels komen we terug.
Vanmorgen opnieuw zwerven door de Medina. Achter een openstaande deur horen we tikken. Als we naar binnen gaan, blijkt er iemand bezig te zijn met damasceren, een techniek waarbij op een metalen oppervlak met zilverdraad een patroon wordt aangebracht. Uiteindelijk wordt het metaal nog een keer heel heet gestookt, waardoor het zwart wordt. Na poetsen steekt het zilverdraad door mooi tegen af. Regelmatig wordt er langs de straten garen getwijnd. In winkeltjes zien we klossen in allerlei kleuren. Ergens achterin kleine kramen met groente. We vinden er prei en snoeptomaatjes.
Na de lunch lopen we naar het Waterhuis en de Graanschuren (Dar el-Ma en Heri es-Souani). Beide projecten van Moulay Ismaïl (1672 – 1727), wiens mausoleum nog steeds in restauratie is. Vier jaar geleden ook al.
In het waterhuis werden de watervoorraden van de stad opgeslagen. Vanuit een diepe put werd het met een door paarden in beweging gebracht waterrad met schoepen naar boven gehaald. In 15 vertrekken stond zo’n rad.
Achter het waterhuis stond de graanopslag met 29 hallen. De plafonds stortten in bij de aardbeving van 1755.
Geschreven door Arendien-en-Paul