Voor 09:00 uur rijden we uit Candi Dasa weg.
We rijden de kustweg richting Sanur Het is de highway. Geen smalle weggetjes maar een 4 baansweg met heel veel vrachtverkeer. Veel vracht gaat naar de haven Padang Bai. Vanuit hier gaan vrachtschepen naar o.a. Lombok. Aan deze weg ligt ook de vleemuisgrot Goa Lawah die wij op ons verzoek overslaan. Op een gegegeven moment slaan we af en nemen een weg naar het noorden richting Brantanmeer. De weg is smal en de dorpjes rijgen zich aan een. Ook het apenbos in Sageh laten we links liggen. Volgens Harry hebben we een lange weg te gaan. Achteraf valt dat eigenlijk best wel mee. Het is wederom een leuke en afwisselende omgeving waar we doorheen rijden. Dan weer alleen maar huizen, inclusief de daarbij behorende tempels en dan weer een landbouwgebied.
Iets ten zuiden van Bedugul, wat vlakbij het Bratanmeer ligt, brengen wij in Bukit Mungsu een bezoek aan de plaatselijke markt. Het is vooral een groente-en fruitmarkt, maar ook diverse kruiden zijn er te koop en ook diverse soorten kroepoek. En natuurlijk, niet te vergeten, de souvenirwinkeltjes. Toch wel weer leuk voor een fotootje.
Het is behoorlijk nevelig rond het meer waardoor het onmogelijk is om een mooie overzichtsfoto te maken.
Aan de iets ver gelegen tempel Pura Ulun Danu brengen we een bezoek waarop dit moment een ceremonie aan de gang is. In deze tempel brengen de rijstboeren offers aan Dewi Danu, de godin van de meren en wateren (
https://www.youtube.com/watch?v=99rB7i-VIB8 ). Het is er ontzettend druk, maar leuk hoe zo'n ceremonie gaat. We blijven even staan kijken, maar omdat we geen idee hebben hoelang dit gaat duren besluiten we verder te gaan. De tempel ligt overigens wel erg mooi gelegen aan het meer. Het bezoeken van tempels en de bijbehorende offeringen is wel big-business. Zo worden er Afrikaantje geteeld, offersmandjes verkocht en natuurlijk niet te vergeten de wierook. Buiten dit zijn er natuurlijk nog de honderden souvenirwinkeltjes, die ook wel een graantje hiervan van willen meepikken.
De weg slingert zich door het landschap en de nevel wordt steeds dichter. Toch kunnen we nog wel het andere meer (Buyan meer) in de diepte zien liggen.
In de verte zien we de Bali zee.
We stoppen in het dorp Gitgit (iets ten zuiden van Singaraja) voor de 40m hoge waterval. Het is een hele klim om de waterval te bekijken. Onderweg wordt je wel gek van alle souvenirverkoopsters. Als het aan de verkoopsters ligt hadden we al wel honderden sarongs in ons bezit. De waterval zelf is wel aardig. Echt spectaculair is anders. Iets verder van de waterval kan je in een meertje zwemmen. Jammer, geen zwemkleding bij ons. En dan nu weer de klim naar boven. Pfff. Het valt wel, maar niet mee. Zeker met die hitte.
Voor morgen staat een boottochtje naar de dolfijnen op het programma. Je kunt dit via een mannetje van het hotel regelen of iemand op straat, maar onze Harry heeft zo zijn eigen mannetje. Dus via hem boeken we het tripje naar de dolfijnen. We zijn benieuwd hoe dat gaat. We horen verhalen van heel veel bootjes die allemaal op zoek zijn naar dolfijnen.
Tegen 15:00 uur zijn we in hotel Adirama in Lovina. Een wat armoedig hotel dat zeker een opknapbeurt nodig heeft. Overigens grappig te lezen dat de naam Lovina uit de hippie tijd is ontstaan. Hippies die o.a. onder invloed van paddo's van de prachtige zondondergangen en warme tropennachten genoten. Love-in-all (afgekort Lovina).
In het hotel nemen we (voorlopig afscheid van Harry). Om naar Munduk te komen moeten we zelf een taxi regelen. Volgens het programma hebben we vanaf Munduk wel weer een chauffeur. Het zou prettig zijn als dit weer Harry is. Hierover hebben we gebeld met het kantoor van Harry's baas.
Een late lunch gebruiken we in het hotel. Hierna gaat Ingrid naar het zwembed en Ben gaan wat aan keutelen.
Het hotel biedt een shuttlebus aan (overigens wel tegen het riante bedrag van 1,80 euro) naar de "stad" Lovina. Tegen 18:00 uur maken we hier gebruik van. De chauffeur zet ons in het midden van Lovina af. Een stadje kan je het eigenlijk niet noemen. Ook hier alleen maar oleh-oleh-winkeltjes (souvenir). Veel barretjes en eetgelegenheden. In een gelegenheid met uitzicht op een volleybal-terrein en bootjes en de komende zonsondergang nemen we een Bintang Besar. We zitten hier heerlijk en de zonsondergang is prachtig. We besluiten om ook hier te eten. Het eten is lekker, ook al heeft Ingrid niet zoveel trek. De verkoudheid heeft haar aardig te pakken. Na het eten gaan we op zoek naar een apotheek voor nog wat strepsils. Het is een supermarkt geworden, ook goed. In de straatjes die we doorlopen zien we genoeg eetgelegenheden om morgenavond ook in Lovina te eten.
Bij het drop-off punt van de shuttlebus gaan we op zoek naar een taxi. Je staat er nog maar net of er komt al meteen iemand op je af; " Transport???". Yes. Een chauffeur wordt opgebeld en na het behoorlijk afdingen worden wij voor 1,80 euro weer naar het hotel gebracht. Ingrid duikt meteen haar bed in.
Morgen vroeg op: Om 06:00 uur worden we voor de dolfijnen opgehaald. Het snorkelen wat Ingrid graag nog had willen doen, zit er met haar verkoudheid waarschijnlijk niet in.
Geschreven door Ottengas.reizen