17-9-2013 Bandung – Pangandaran

Indonesië, West-Java

We zijn bijtijds opgestaan want gisteren bleek een conferentie van start te zijn gegaan waarbij de gasten in het hotel overnachten. Het hoofddoekjes-gehalte is daarbij ook aardig gestegen. Na het ontbijt halen we onze spullen van de kamer, checken uit en lopen naar Subur. We zijn mooi op tijd, al maakt dat voor het verkeer niet uit. Ook nu weer staan we in de file om Bandung uit te gaan om de tolweg te nemen naar Pangandaran. We rijden door een erg vlak gebied waarbij in de verte de bergen liggen. Als je door deze vlaktes rijdt, lijkt het net (met enige fantasie) op de weilanden (groene rijstvelden) in Nederland. Op deze vlaktes zijn allemaal rijstvelden met ineens in het midden een gigantisch voetbalstadion. Wat minder is, is dat we op de middenberm bij Cileunyi (iets buiten Bandung) 2 jongens met aapjes aan en touw zien zitten. Beide apen hebben een poppenhoofd over hun kop, de een heeft verder een jurkje aan en zonnebril op en de ander een jongenspakje en zit op een fietsje. Dit laatste aapje probeert wanhopig het poppenhoofd van zijn kop te halen, wat niet lukt. Echt vreselijk!!!!! Iets verder staan jongens, helemaal zilverkleurig geverfd, een robot na te doen. Lekker die verf op je huid in die brandende zon. Niet echt gezond.
Wat wel weer leuk is dat er langs de kant van de weg allemaal vogelkooitjes met inhoud te koop zijn. Er worden vaak wedstrijden gehouden welk vogeltje er het mooiste kan zingen. Iets verder bij Nagreg, zien we kraampjes waar kroepoek ligt te drogen, maar ook verkocht wordt. Dit naast de stapeltjes zoete aardappelen. Het is een prachtige weg waarbij goed de terrasvormige rijstvelden te zien zijn. Het is echt mooi al die verschillende kleuren groen. Wat wij hebben begrepen wordt er 2 maal per jaar geoogst.
De weg is een aaneenschakeling van dorpjes. Ineens komen we in een bananengebied omdat alleen nog maar bananen in de stalletjes worden aangeboden. We bezoeken nog een authentiek Soedanees dorp, Kampung Naga. Dit is een traditierijk dorp, waar de oude Soedanese gebruiken nagenoeg onveranderd zijn gebleven. Je kunt er niet met de auto komen. Boven aan het dorp moet je de auto achterlaten en vervolgens via trappen naar het beneden om het dorp te bezoeken. Wanneer de ouders overlijden dan gaat het huis naar de jongste dochter van het gezin. Heb je geen dochters dan gaat het naar de jongste zoon. De huizen staan dicht opeen. Iets buiten de “woonkern” heeft ieder huis een stukje grond en een visvijver. Het toilet is bij staat boven de visvijver. De vissen worden dan ook op een natuurlijke wijze gevoed, als je begrijpt wat ik bedoel. We mogen alles fotograferen alleen het heilige huis niet. Het dorp ligt aan een rivier. In het verleden is het dorp wel eens ondergelopen vanwege de hoge stand van het water in de rivier. Nu heeft de regering subsidie gegeven om dammen in de rivier te maken, zodat bij hoog water het dorp niet meer onderloopt. We bezoeken het huis van onze rondleider. Het huis staat op palen en onder het huis lopen konijnen, kippen en marmotten. Deze laatste worden ook gegeten. Schoenen uit voor we naar binnen gaan. De woning bestaat uit 3 ruimten. Een woonkamer met alleen een mat en een soort van vitrinekast, keuken en slaapkamer. De rondleiding van ongeveer 1 1/2 uur is erg interessant. Aan het einde maakt de rondleider van palmbladeren een krekel voor ons. Het is traditie dat deze krekel bij een huwelijk, als teken van gelukt, wordt gegeven. Nu hebben wij dit stukje geluk gekregen. Wanneer we weer al hijgend en puffend bij de auto komen (het is toch wel een hele klim ongeveer 360 treden) besluiten we om hier maar te lunchen. Ook al werd gisteren gezegd dat we voor een lunch moesten zorgen, kunnen we hier toch nasi en mihoen eten. Beter dan de koekjes en chips en wat we al niet bij ons hadden. Het betekende wel dat we pas 17:30 uur in Pangandaran aankomen. Niet alleen vanwege de lunch stop, maar ook de weg vanaf Banjar is erg slecht. Het was een leuke rit waarbij we ook veel visvijvers zagen.
Pangandaran is een leuk plaatsje aan zee, wat wel door de tsunami van 2006 is getroffen. Niet echt een strand om te zonnen, wel veel vissersbootjes. Het Sunrise Hotel, waar we overnachten, is een groot hotel, maar niet kolossaal We hebben een kamer met een zitje kijkend op de binnentuin. Als we aan de ene kant het pad aflopen komen we bij de weg die langs het strand loopt en de andere kant van het pad gaat naar het dorp. We zitten aan de kant van de zee waar gezwommen mag worden. Hier is minder stroming van de zee dan aan de andere kant. Het dorp ligt nl aan een punt. Aan “onze” kant kan je dus we zwemmen, maar het ligt er ook vol met vissersbootjes. Omdat we nogal lang onderweg zijn geweest deze dag en we wel even lekker zitten in het restaurant (ligt trouwens aan het zwembad) besluiten we hier te eten. Niet echt lekker. De nasi erg vettig en aan de bihoen zat weinig smaak. En dat terwijl Subur ons wel een adresje van een visrestaurant had gegeven. Morgen dat maar proberen.


Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.