Dinsdag 21-9-2010 Meru NP – Samburu NP

Kenia, Samburu National Reserve

Vannacht zijn we een paar keer wakker geworden van vechtende bavianen. Wat een gekrijs kunnen deze dieren produceren. Eén van de apen had het duidelijk niet naar haar zin.

Tot nog toe zijn we steeds op een redelijke tijd opgestaan. Op een of andere manier worden we altijd wakker als er ergens in de buurt een tentrits opengaat. Zo ook dus vandaag. Samuel is al druk bezig met het ontbijt en voor ons is het tijd om ons tentje af te breken. Moeilijk is het niet, maar altijd weer een gedoe. Na het ontbijt pakken we de boel in en rijden het park uit. Natuurlijk eerst nog wel even langs de leeuwen. Ze liggen op de plek waar ze gisteren gedronken hebben. Nog steeds hebben ze dikke buiken. Iets verder zien we ook weer de andere 2 leeuwinnen. Dit keer zonder kinderen. Ze zijn duidelijk op zoek naar eten. Iets verder liggen onder de bosjes hun jongen. In de schaduw zie je nog net een paar omhoog staande bewegende oortjes. We maken een gelukkige start van dag mee, want iets verderop staan een paar olifanten met jong. En niet veel verder, jawel weer leeuwen. Dit keer 3 leeuwinnen met 1 jong. Ook deze zijn duidelijk op jacht. De strategie van aanval hebben ze al bedacht.

Een “kill”, zoals dat heet, hebben we nooit gezien. Het zou dus wel mooi zijn als dit nu ging gebeuren. Door het hoge gras kunnen we helaas niet zien waar de jacht op is. Als ze echt beginnen aan te vallen blijkt het om een wrattenzwijn te gaan. Dit wrattenzwijn blijkt toch net even wat slimmer te zijn dan de 3 leeuwinnen, want hij ontspringt de dans. Geweldig om te zien!

Als we het park verlaten hebben gaan we richting Meru. Het is dezelfde weg als we gekomen zijn. Bij de supermarkt, waar we eerder boodschappen hebben gedaan, doen we dit ook nu weer. We moeten nu inslaan voor 2 dagen Samburu. Ook in Samburu is een camping zonder faciliteiten. Het is een mooie nieuwe asfaltweg die ons naar Samburu brengt. Het gebied is echter erg ruig en onherbergzaam waar nomaden eeuwenlang hun kuddes hoeden, op zoek naar de plek waar gras groeit. Onderweg zien we een kudde dromedarissen. In Isiolo stoppen we even om te tanken. Het opvallende aan dit dorpje is dat de ene kant van het dorp Islamitisch is en de andere kant Christelijk. Aan die kant zie je kerken en aan de andere kant moskeeën en vrouwen in boerka’s. En jawel bij het benzinestation steken de eerste verkopers hun handen door de ramen van het busje met allerlei spulletje die ze hopen te verkopen. Armbanden, kettingen etc. en bijna allemaal voor niets. Ook willen ze een € 5,-- biljet wisselen voor Keniaans geld. Lijkt ons niet verstandig en dat doen we dan ook niet. De verkopers zijn echte volhouders. Ondanks dat we diverse keren hebben aangegeven niets te willen kopen en de ramen van het busje dicht hebben gedaan, blijven ze aan de gang. Ook op het hapana wat “nee” in het Swahili betekent, reageren ze niet. Bijzonder vervelend.

Na het tanken rijden we verder. Het is nog ongeveer 50 km naar Samburu NP. Het park ligt aan de rivier Ewao Ngiro (Zwarte rivier). Het grootste deel van het park bestaat uit droog, open terrein met doornig struikgewas, dat alleen in de regentijd groen wordt. De naam van de Samburu, wat ook een volkstam is, is afkomstig van het Maa woord: o-sampurumpuri, wat vlinder betekent. De Samburu zijn een trots volk, dat hun cultuur probeert te bewaren. Meestal dragen ze felrode kleren, met een aantal sieraden erbij. De Samburu zijn nauwe verwanten van de Masai stam. Dit kan je onder andere terugvinden in de zang en dans van beide volken. Er wordt gezongen of gedanst, als voorbereiding voor een oorlog, voor een overwinning en om hun vee te vereren. Net zoals de Masai proberen de Samburu krijgers ook zo hoog mogelijk te springen tijdens de dansen. Melk van het vee wordt meestal gebruikt als voedsel voor de Samburu, soms wordt de melk ook wel gemixt met bloed van het vee. Dit bloed verkrijgen ze door een snee te maken in de hals van het dier en dan tot een halve liter bloed af te nemen, en daarna de wond weer dicht maken, zodat het dier weer verder kan. Naast de melk eten ze groente, en hebben ze soep van schors of wortels. Vlees wordt alleen gegeten op speciale gelegenheden zoals een geboorte, of als ze volwassen worden.

Het landschap wordt steeds kaler en drogers. Het is onbegrijpelijk dat je in deze immense vlakte nog hutjes ziet staan waar mensen in wonen. In de verste verte is geen water of boom te zien. De mensen die hier wonen, moeten echte overleveraars zijn. Wat we van Wilson begrijpen bestaat het een groot deel uit Somaliërs. Een volk waar de Kenianen, volgens ons, niet echt blij mee zijn. Als we de afslag naar Samburu nemen veranderd de asfaltweg in de traditionele zandweg. We kunnen hier nog een Samburu-dorpje bezoeken voor $ 25,-- pp. Op een van onze eerdere reizen hebben we dit al eens gedaan en we vonden het toen een erg toeristische attractie. Buiten het dorp (omheining met plm 8 hutjes van klei, koeienpoep en plastic restafval) loopt bijna iedereen in “normale” kleding, behalve in het dorp. Een dergelijk bezoek eindigt altijd in het uitrollen van de kleedjes waarop de te kopen souvenirs worden uitgespreid. Zin hebben we hier niet in en rijden dan ook meteen door naar de toegangspoort van het park.

We rijden niet echt gamedrivend door het park, maar hebben toch gelegenheid om mooie foto’s van gerenuks te maken. De gerenuk staat ook wel bekend als de Waller’s Gazelle of Giraffe Gazelle. Het betreft een grote soort hertachtig dier met een lange nek en lange, dunne poten. Hij heeft een mooie chocolade bruine kleur en grote oren. Natuurlijk zien we ook kudu’s, en andere hertachtigen. Bij een rivierbedding staat een overlander. Wij ook maar even kijken of er wat te zien is. En jawel. 2 Leeuwinnen. Zij hebben een prachtig uitzicht over de rivierbedding. Wachtend op hun prooi die wellicht wat komen drinken. Terwijl we naar de leeuwinnen staan te kijken zien we achter ons een aantal olifanten voorbijkomen. Wat een mooi begin van het park. We eindigden met leeuwen in Meru en beginnen meteen met leeuwen in Samburu.

Tegen lunchtijd komen we op de publieke kampeerplaats aan. Het ligt aan de rivier Ewao Ngiro. Een mooie plek en bekend terrein. Hier kampeerden we 12 jaar geleden ook al eens. Het is eigenlijk een smalle strook zand langs deze rivier en ligt wat hoog. We zijn niet enige op deze plek. Ook Sawadee vindt dit blijkbaar een mooie plek om te staan. Qua voorzieningen is het een stuk minder dan onze vorige kampeerplek in Meru. Er zijn een viertal hokjes waarin toiletten en douches bevinden. Water is er gelukkig wel. Dit in tegenstelling tot onze vorige keer dat we hier waren. Toen was er helemaal niets. Ook de bavianen zijn er nog steeds. Het zullen niet dezelfde zijn, maar zijn nog wel even vervelend. Het is dus goed oppassen op je spullen (lees voedsel). Voor je het weet ben je het kwijt. Ook wij waren wat te nonchalant door de deur van de auto open te laten staan. Dit leverde een baviaan een banaan op. Onze tent zetten we met de opening naar de rivier, zodat we vanuit onze tent een mooi uitzicht hebben. A tent with a view. Na de lunch is het even relaxen en ons voor bereiden voor de volgende game drive.

Deze gamedrive had eigenlijk hetzelfde te bieden als de rit vanmiddag naar de kampeerplaats. De enige uitzondering was een luipaard. Wilson had via “het bakkie” gehoord dat er ergens een luipaard zou moeten zijn. Niet alleen had hij dat gehoord. Ook de vele andere jeeps die in het park rondreden hoorden dit bericht. Nergens was meer oog voor en rijden als een gek rijden we door het park. Het is duidelijk dat we alleen nog voor het luipaard gaan. Na vele wegen te hebben gevolgd komen we bij het luipaard. Als ik zeg dat er zeker 30 jeepjes staan, dan is dat zeker niet gelogen. Het is dat Wilson ons met de verrekijker aanwijst waar ongeveer het luipaard ligt, anders hadden we het zeker niet gezien. Het begint al aardig schemerig te worden, een foto maken zit er niet meer in. De kijkers en ook wij gaan rijden dan ook zo langzamerhand weg. Dat moet ook wel, want je de regel van het park is dat je om 18:30 uur niet meer in het park mag rijden. Je moet dan op je overnachtingplaats zijn. Helaas voor ons, drie minuten te laat! Net voor onze campsite staat de rangers klaar om ons een bon te geven. Evenals de vele anderen die ons volgen. Prijs € 10,-- (en uiteraard zonder kwitantie). Wilson probeert nog te onderhandelen, maar dat mislukt. Jammer!!!!

Na het eten krijgen we bezoek van een genet. De genet heeft een slank katachtig lichaam met een lange staart. De poten zijn kort met half intrekbare klauwen. De vacht van de genet is geel tot grijs gekleurd, met donkerbruine tot zwarte stippen op het lijf, die strepen lijken te vormen. Over de staart lopen afgewisseld donkere en lichtere ringen. De snuit is zwart, met een witte kleur rond de ogen en de bek. Ingrid dacht eerst dat er een poes langs haar liep, maar niets is minder waar. Heel rustig is de genet aan het rondscharrelen. Het is al behoorlijk donker maar Ben probeert toch een foto te maken. Dat lukt wanneer Wilson met de zaklamp op het dier schijnt. Het lijkt of de genet er voor aan het poseren is, zo rustig zit ze op een steen. Na verloop van tijd vindt ze het wel mooi geweest en loopt de bosjes in. Ineens begint het behoorlijk te waaien. Dit schijnt altijd rond deze tijd het geval te zijn. Maakt niet uit. Slapen we lekker.


Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.