Vanochtend gaat Isma op banden jacht en hebben wij tot 13:00 uur de tijd om Arusha te bekijken. Arusha, ook wel het “Genéve van Afrika” vanwege het door de VN opgerichte Internationaal Straftribunaal voor Rwanda. De safari-industrie is wel de belangrijkste trekpleister. De klokkentoren (teken van onafhankelijkheid) op de rotonde van Uhuru Road staat precies halverwege Kaapstad en Cairo.
In vergelijking met 6 jaar geleden is Arusha erg toeristisch geworden. Mensen willen je van alles en nog wat verkopen, vooral safari’s. Deze verkopers worden flycatchers genoemd. Een toepasselijke naam. We lopen wat rond, drinken koffie bij een lekkere bakker waar we meteen wat voor lunch meenemen en gaan dan weer terug naar het hotel. We worden gek van de vliegenvangers.
In het hotel maar weer een poging gedaan om te internetten. Vanmorgen in het hotel en bij de bakker is het niet gelukt. Misschien nu? Jawel, eindelijk hebben we verbinding.
Het is dus de bedoeling om om 13:00 uur Arusha te verlaten. Het loopt wat uit, want Annette moet nog kookgerei kopen. Het blijkt nl. dat de aansluiting van de gastank die we vanuit Oeganda hebben meegenomen niet past op de gastanken die in Tanzania worden verkocht. Er moet dus iets anders komen. Annette kennende lukt haar dat vast. Jawel het is haar gelukt. Een gietijzeren pot en houtskool moet het middel zijn om de komende dagen op te koken. Betekent dus wel dan we iets later vertrekken.
Onderweg naar de Ngorongoro (een park dat zich uitstrekt van de Karutu-hooglanden tot aan de Serengeti en de noordoever van het Eyasimeer) laten we Lake Manyara National Park liggen. Het schijnt dat dit één van de mooiste en interessantste parken van het land te zijn. De weg naar de Ngorongoro is een mooie asfalt weg die bij de ingang van het park eindigt. Onderweg zien we dromedarissen en een aantal mensen van de Maasai-bevolking. Verder is het er droog, dor en veel sisalstruiken. Sommige mensen zitten in de brandende zon stenen te hakken. Het landschap wordt wat groener en we beginnen aardig te klimmen. De steile kraterwand is op zijn hoogste punt 600 m.
Na ons aangemeld te hebben bij de ingang van het park gaan we naar de campsite die nog buiten het park ligt. Onderweg naar de camping zien we zebra’s, buffels en olifanten. Als we de campsite oprijden constateren we dat we ook hier zes jaar geleden gestaan hebben. De site, Simba-camp, is wat ruimte betreft groter geworden, maar de voorzieningen zijn nog even smerig.
Na het eten begint de temperatuur aardig af te koelen. Truien en sokken komen te voorschijn. Bijna iedereen gaat dan ook vroeg naar bed.
Geschreven door Ottengas.reizen