Vannacht is Ben aan het spoken geweest. Hij heeft last van zijn ingewanden. Misschien wel door de cola/rum met ijs. Stom we hadden dit kunnen weten. Met wat immodium hopen we dat zijn darmen hem op deze reisdag wat met rust laten.
Vandaag worden we namelijk door Harry, onze chauffeur tot Lovina, opgehaald om ons naar Sidemen te brengen. Een aardige chauffeur zo te zien.
Ingrid had aan de hand van de kaart min of meer een route bepaald en bij Van Verre, de reisorganisatie, aangegeven wat wij onderweg allemaal willen zien. Harry heeft zo zijn eigen ideeën, wat voor een groot deel overeen komt met hetgeen Ingrid bedacht had.
Hij vraagt ons of wij een Balinese voorstelling wel leuk vinden. Nou dat lijkt ons wel wat. Zo rijden we dus naar Batubulan (
https://www.youtube.com/watch?v=jJKfk8tQz8A en
https://www.youtube.com/watch?v=rcHu982dZoM ) om een voorstelling van een Barong en Kris Dans mee te maken. Aan de zijkant van het podium is het gamalan-orkest. Het is veel gekling-klong, maar aardig. Het verhaal van de dans gaat over koningin moeder Dewi Kunti die besloten heeft om een haar van zonen, in dit geval Sahadewa, aan de Rangda (het kwaad/duivel) te offeren. De deuren gaan open en uit de deuropening verschijnt de Barong. De naam Barong hangt af van het masker dat de Barong draagt. Deze Barong draagt een masker dat geen gelijkenis heeft met een levend dier. Het is moeilijk te omschrijven hoe het er allemaal uitziet. De Barong is goed en de Rangda is het kwaad: ze zijn niet van elkaar te scheiden. Het is leuk om te zien en de kostuums zijn prachtig! Misschien kan het filmpje een betere indruk geven.
Het gebied Gianyar is bekend om zijn houtsnijwerk. Langs de kant van de weg zie je dan ook veel stalletjes met houtsnijwerk. We stoppen in Mas om hier wederom een "fabriek" te bezoeken. Buiten op een plateau is een aantal mensen vanuit allerlei soorten hout kunstwerken aan het maken. Wie eenmaal met een stuk hout begint kan dit ook alleen maar zelf afmaken. Alles wordt vanuit het hoofd ontworpen. Het is dan ook moeilijk om het kunstwerk aan een ander over te dragen om af te maken. Ons wordt uitgelegd welke houtsoorten hiervoor worden gebruikt. Zo heb je bijv. krokodillenhout. Dit is een houtsoort met veel knokkels waardoor het lijkt op een huid van een krokodil. Ook hier is het de bedoeling dat je in de winkel het eea koopt. Er staan wel aardige stukken tussen, maar niet om in je huis te hebben.
We rijden leuke smalle weggetjes met vele tempeltjes langs de kant van de weg. Harry legt ons uit dat er verschillende soorten tempels zijn. Zo heb je een familietempel, dorpstempel, een publieke moedertempel en dan nog de nationale tempels voor bijv. Rijst of water. Verder vertelt hij dat voor arme mensen er een massale crematie plaatsvindt, terwijl voor de rijke mensen dit individueel gebeurt. Zo'n crematie kost nogal wat. Ook speelt het kastenstelsel op Bali nog steeds, weet hij ons te vertellen. Interessant allemaal. En dat alles wordt verteld door een moslimman.
We rijden door wat kleine sawa's, maar het merendeel rijden we door bebouwing. Tijdens onze fietstocht zijn we ook in het familiehuis van een van onze gidsen geweest. Zo weten we dat een familiehuis bestaat uit een tempel, een plek voor een ceremonie, een keuken, een slaapplek voor de kinderen en een slaapplek voor de ouders en eventuele grootouders. Dit zijn allemaal aparte gebouwtjes en dit geheel is vaak weer ommuurd. Vandaar dat je wel veel tempeltjes (hoog) ziet, maar weinig van de huizen zelf.
In Tanggehan, we rijden naar het noorden, bezoeken we Pura Tirta Empul. Dit is het drukstbezochte pelgrimsoord van Bali. Volgens de overlevering heeft de godenkoning Indra het bronheiligdom zelf geschapen. Centrum van de heilige plaats is een bronmeer, waarvan het water uitstroomt in twee grote wasplaatsen. Het stichtingsjaar van de bronnen zou 962 zijn. Soekarno liet in 1954 vlak bij de tempel een zomerpaleis bouwen. Om naar de bron te mogen moet je wel een sarong om.
Bij de bronnen is het een drukte van jewelste. Om van je negativiteit af te komen zou je je helemaal in het water moeten onderdompelen. Ingrid houdt het bij haar voeten. Het is een groot complex. De uitgang gaat via een pad met heeeeel veeeeeeel winkeltjes die allemaal hetzelfde verkopen.
Aan het eind staat Harry ons weer op te wachten. Die Harry toch!
Door een landbouwgebied waar onder anderen veel sinaasappels/mandarijnen wordt verbouwd, maar ook cacao, Durian (een vrucht waarvan de smaak wordt vergeleken met vanillevla, knoflook, schimmelkaas, ui en dat tegelijkertijd) , koffie en kokosnoten, rijden we verder naar het noorden. Naast hetgeen Ingrid net opnoemde worden ook veel Afrikaantjes (het bloemetje dan wel te verstaan) gekweekt. Deze worden voor de offersmandjes gebruikt.
We rijden tot de vulkaan Batur. Hier stoppen we om van het mooie uitzicht te genieten. Niet alleen van de vulkaan maar ook van het Baturmeer.
Iets verder stoppen we om te lunchen. Een prachtig uitzicht met een heerlijke maaltijd. Wat wil je nog meer. Nou??? Dat het met Ben zijn ingewanden nog beter gaat. Hij voelt zich nog niet helemaal top en slaat de lunch dan ook maar over. Misschien dat de cola wat helpt.
Het Geopark dat vlakbij ligt slaan we over.
Via Bangli en Klungkung (Semarapura) rijden we naar Sidemen. Het wordt steeds landelijker en rustiger. Je krijgt nu een beetje het gevoel in Indonesië te zijn.
Rond 16:00 uur komen we in hotel Abian Ayu Villa aan. Een mooi hotel met uitzicht over de sawa's. Het is wel trapje op en af. Zo moeten we vanaf de receptie naar onze kamer aardig wat trappen af en zo ook naar het restaurant. Goed voor de conditie zullen we maar zeggen. Een nacht blijven we hier. Morgen gaan we naar Candi Dasa dat aan de zuidoostkust ligt.
Wat een verschil is het hier met het lawaaierige Ubud. Hier hoor je enkel een haan en wat kikkers. Met deze geluiden op de achtergrond maken wij het reisverslag. Tegen 18:00 uur komt een meisje van het hotel vragen of we hier blijven eten. We willen dit. In de buurt is nog wel een andere gelegenheid (overigens van dezelfde eigenaar), maar dit is wel zo makkelijk. Ingrid bestelt de pepesan ayam en Ben de nasi. Om 19:00 uur hebben we aangegeven te komen eten.
Het restaurant is niet al te groot maar ziet er gezellig. Nog belangrijker is het dat het eten lekker is. En dat is het. Met de jongen die de "leiding" over het restaurant heeft maken we een praatje. Waar hij woont, hoeveel kinderen hij heeft, etc. Ook komt het gesprek op het onderwerp werk en inkomen. Wat wij begrijpen is dat hij 22,50 euro per maand krjjgt voor een 6 daagse werkweek. Hij werkt 9 uur per dag. Van dit maandbedrag moet hij zijn familie van 11 personen onderhouden. Hij is de oudste zoon (een Wayan) dus is hij nu "de man". Het blijkt dat het familiehuis, zoals eerder beschreven, naar de oudste zoon gaat. Wanneer er geen oudste zoon is maar wel een dochter, dan gaat het huis naar de echtgenoot van deze dochter. Bij een eventuele scheiden gaat het huis wel weer terug naar de familie. Maar scheidingen komen hier weinig voor (5%). Men wil liever niet scheiden omdat de trouwceremonie heel wat geld heeft gekost. Interessant om te horen.
Vanwege de warmte zetten we ventilator in de slaapkamer aan zodat we wellicht wat beter kunnen slapen. Wat een lawaai maakt dat ding, maar het briesje is wel lekker. Kunnen we niet van de ventilator slapen dan is het wel van de tokeh (of gekko), een soort hagedis, die ergens in de buurt steeds maar weer zijn naam zegt. Tokeh, tokeh! Gelukkig houdt dit snel op en proberen we te gaan slapen.
Geschreven door Ottengas.reizen