Om 9:00 uur worden we opgehaald om een aantal bezoekjes aan fabriekjes af te leggen en te varen naar/over de Green Canyon. August, onze gids die in augustus jarig is (hoe origineel is zijn naam!) brengt ons als eerst naar de suikerfabriek. Hier noemt men al gauw iets een fabriek, dus stel je er niet te veel van voor. Hele bergen kokosnoten liggen te wachten om zich van de schil te laten ontdoen. Een gevaarlijk werkje. Met een metalen spies wordt de kokosnoot van zijn harde schil ontdaan. De kale kokosnoot komt op een aparte stapel te liggen die door een fabriek wordt opgehaald. De schillen worden bewaard als brandmiddel (denk aan houtskool). Van de bloemen van de palmboom wordt suiker gemaakt. Achter een huis staat een grote schaal met deze bloemen en water op het vuur. Door het verdampen van het water blijft een klomp suiker/karamel (suiker = gula) over. Dit wordt weer als suiker verkocht, keurig in bananenbladeren verpakt. Het is een mooi gebied waar we door heen lopen. De mensen zijn echt, wat eten betreft, van alles voorzien. Er lopen kippen, kuikentjes, eenden (bebek) rond en iedere struik of boom levert wel iets op wat gebruikt kan worden. August kan alles leuk uitleggen. Veel huizen zijn hier van matten gemaakt, die vervolgens weer wit geschilderd zijn. Het ziet er allemaal verzorgd uit. Wanneer we wat verder lopen komen we bij een wajang-poppenmaker. Niet die platte wajangpoppen, maar de wajang golék (de driedimensionale houten poppen). De maker is buiten net bezig een gezicht te maken. De poppengezichten worden van het lichte balsa-hout gemaakt. Nu we dit verslag aan het schrijven zijn, is het 17:30 uur en weer worden door de moskee opgeroepen om te komen. Jammer, zijn net met het verslag bezig. Maar dat terzijde. We moeten mee naar binnen waar in een ruimte allerlei (oude en nieuwe) poppen staan en hangen. Hij legt ons uit hoe het poppenspel werkt en geeft een voorstelling Ook al snappen we absoluut niet wat hij tijdens de voorstelling allemaal zegt is het erg leuk om te zien. Vooral omdat hij uitleg geeft hoe alles werkt. Hoe je de schouders, de kop en armen kan laten bewegen. Als leek is het eigenlijk wel moeilijk om dit voor elkaar te krijgen. Uiteraard wordt weer verteld dat alles te koop is en dat als je de pop uit elkaar haalt er een heel klein pakketje overblijft wat eenvoudig in je koffer past. Hij wil ze zelfs wel bij het hotel afgeven. De prijs, zonder afdingen, van een nieuwe bling-bling pop ligt rond de 100 euro. Zelf vond ik een oud uitziende pop wel aardig, maar wat zou de prijs daarvan zijn? Daarbij...... Nu is het leuk, maar staat het ook thuis? Niets gekocht dus. Hierna naar de kroepoek-fabriek. De fabriek blijkt van de familie van de gids te zijn. Het fabriekje is een huis waar een mevrouw al van kinds af aan deze kroepoek aan het maken is. Nu samen met een van haar familie leden die ook allemaal in de buurt wonen. Achter huis staan ook weer groenten, stuiken met allerlei eetbare dingen. Een peperstruikje, zoete aardappelen, etc. Het is voor eigen gebruik, wat overblijft wordt verkocht. Een mooi plekje om te wonen. Maar nu terug naar de kroepoek. Altijd gedacht dat je er maar 1 of 2 soorten kroepoek zijn, buiten bijv. emping, maar niets is minder waar. Deze kroepoek wordt de gemaakt van kleefrijst vermengd met kokos. De kleefrijst wordt geplet en vervolgens worden hier weer flinterdunne rondjes van gemaakt die nu in de zon liggen te drogen. Wanneer deze gedroogd zijn worden ze aan een spies geregen en op een vuurtje gebrand. Een paar minuutje boven het vuur en je hebt heerlijke kroepoek.
Vanuit hier vertrekken we via een bijzonder slechte weg naar de Green Canyon. Een junglekloof tussen hoge rivierbeddingen waar je in een regenwoud kan zwemmen. De kleur van het water is….groen, maar zo helder als wat. In een bootje varen we over deze rivier. Langs de rivierbedding zien we af en toe een varaan en waterslangen. De echte dus! De rivier eindigt bij een waterval. Het is moeilijk om uit te leggen hoe mooi het hier is. De foto's kunnen het beter beschrijven. We zwemmen hier niet. Zeker niet als we net slangen in het water hebben gezien. Deze slangen zullen hier wel niet zijn, anders wordt ook niet gezegd dat je hier kunt zwemmen. Het is een leuk tochtje. Na het boottochtje gaan we naar Batu Karas om te lunchen. Het is een echt toeristen dorp met veel souvenirwinkeltjes. Het schijnt een surfeldorado te zijn dat 45 minuten van Pangandaran ligt. Twee Australiërs hebben hier een hotel en een surfschool, vanwege de geweldige golven van de Indische Oceaan. Het is een leuk zaakje waar we eten. Aan geraden wordt iets van seafood te nemen. Het worden garnalen van de grill met witte rijst. Na de lunch gaan we weer terug naar Pangandaran. Weer dezelfde slechte weg terug. Alles moet over rijstrook wat nogal voor oponthoud zorgt. Tegen 16:00 uur zijn we weer terug in " ons" dorp. Maar voor we naar het hotel gaan, gaan weer eerst nog het National Park in. Dit park is eigenlijk het schiereiland Penanjung dat weinig van de tsunami te lijden heeft gehad. Het park is niet te vergelijken met een National Park in Afrika. Veel van de dieren die hier rondlopen zijn redelijk tam. We zien wat grijze apen, herten en hoog in de bomen nog een aantal zwarte apen. We kunnen niet goed zien wat voor soort apen het zijn en August kan ons dat ook niet vertellen. Zo rond 17:00 uur zijn we weer in het hotel terug. Ook al scheen de zon niet erg, het is toch weer behoorlijk warm. De duik in zwembad geeft wat verkoeling. Vanavond gaan we op zoek naar het restaurant dat Subur ons heeft aangeraden. Het is aan het einde van de straat waar ook het hotel aan ligt, dus ver lopen is het niet. Alle restaurants zien er wat verlaten uit. Zo ook het restaurant waar wij gaan eten. Toch gaan we maar naar binnen. De gezellige Tl-verlichting geeft de nodige sfeer. Wanneer we zitten krijgen we meteen een glas thee en de kaart. De kaart bestaat uit alleen maar visgerechten. Omdat we niet alles begrijpen wat op de kaart staat worden we gevraagd naar de keuken te komen. De ober laat ons drie dozen met vis zien. Twee dozen zitten vol grote garnalen. De een met garnalen met een harde schaal en de andere doos garnalen met een zachte schaal. De derde doos is er een met verschillende soorten vissen. Wij gaan voor de garnalen. Zowel de garnalen als de vis gaan per gewicht. We denken aan een kilo garnalen wel genoeg te hebben. De ene helft van de garnalen zal gefrituurd worden en de andere helft op de grill. Daarbij bestellen we nog wat nasi goreng en half tjap tjoi/half Indonesische spinazie (Bajem). Vooral de gegrilde garnalen zijn heerlijk. Maar..... Een kilo is toch wel erg veel. Na het eten lopen we weer terug naar het hotel. Het lijkt erop of iedereen al naar bed is, behalve de diverse souvenirwinkeltjes. Zij denken nog steeds iets te kunnen verkopen. Ingrid gaat meteen naar bed en Ben blijft nog even op het terras voor de kamer wat lezen. Het was een leuke, maar toch ook weer vermoeiende dag.
Geschreven door Ottengas.reizen