Na het voor Ingrid Indisch ontbijt en voor Ben contintal ontbijt zijn we volledig voorbereid op de 26 km lange fietstocht op een mountain bike. Om 08:30 uur zouden we worden opgehaald, maar er is gebeld dat het een kwartiertje later wordt. En inderdaad. Een kwartiertje later komt een busje met meerdere gasten die ook de tour gaan doen. We dachten dat we ergens afgezet zouden worden en dan terug fietsen naar Ubud. Dit was duidelijk niet het geval.
Uren rijden we naar ons idee tot we bij een uitzichtpunt over het Batumeer, wat ten noorden van Ubud ligt, een stop maken . Het is jammer dat het wat bewolkt is en we niet een mooi uitzicht over het meer hebben, maar de omgeving is prachtig. Door deze bewolking is het overigens ook goed fietsweer.
Iets terugrijdend zijn we dan bij het dorpje waar de fietsen staan uitgestald. Een ieder zoekt een fiets die hem/haar goed "past".
Voor Ingrid is het tijden geleden dat zij op een fiets heeft gezeten, laat staan een mountainbike met meerdere versnellingen.
Iets voorbij het dorp stoppen we. Er wordt uitgelegd waarom de kokosnoten met een touwtje (helaas een niet al te scherpe foto) aan sommige bouwen hangen. In de kokosnoten bewaard men de placenta van geboren kinderen. Met gaat ervan uit dat de kinderen dan altijd naar het dorp terug zullen keren of er zelfs blijven. Vreemd, maar wel een mooi gebaar.
De eerste stijging hebben we al te pakken. Ingrid doet dit maar lopend. Ze is nog niet echt aan de versnellingen gewend. Het is een mooie omgeving waar we door heen rijden, maar je moet wel erg goed op de weg letten vanwege de kuilen, gaten en geglibber. Het is af en toe toch wel behoorlijk klimmen, maar ons is verzekerd dat na de laatste klim dit ook echt de laatste is. De rest van de weg gaat eigenlijk alleen berg afwaarts. Gelukkig!
Bij het dorpje van een van de gidsen stoppen we. Er wordt uitgelegd hoe het dorp in elkaar zit. Dat oma er nog woont, wat voor rituelen zij in stand houdt. Dat bijna iedere familie wel een eigen familie-tempel heeft. De "keuken" krijgen we te zien, wat eigenlijk een rookhol is. Er is geen schoorsteen, wat anders kan het hout (wat boven het vuur ligt) in de regentijd niet drogen. O ja, er staat ook nog een bed in, "de slaapkamer". Niet te geloven allemaal. Op de vraag van Ingrid of veel vrouwen geen last van de luchtwegen heeft wordt negatief geantwoord. Neen, Balinese vrouwen zijn sterke vrouwen! Soms zien we dat ook wanneer we vrouwen in de bouw aan het werk zien.
We fietsen door de sawa's (in de omgeving van Ubud zijn er niet veel, althans veel kleintjes) en stoppen bij een chocolade-fabriek. Fabriek is een groot woord. Het is meer een gigantische winkel waar je chocolade en ijs kunt kopen. Het uitzicht is echter prachtig. Bij de ingang een vijver vol met giga koikarpers.
Hier laten we de fietsen achter en rijden met de auto weer verder naar een tempel, waar we nog wat foto's maken.
De laatste stop is het olifantenpark in Taro (ongeveer en half uurtje rijden vanaf Ubud) waar we gaan lunchen. Vooraf kon je aangeven of je een ritje op de rug van een olifant wil doen. Wij zijn zwaar tegen dit soort activiteiten en hebben het dan ook niet gedaan. Ook de olifantenshow (pootje geven en dat soort flauwekul) hebben wij aan ons voorbij laten gaan. Het lunchbuffet was overigens heerlijk!
En toen weer terug naar Ubud, waar we weer tijden in de file hebben gestaan. Zoals wij al eerder schreven er is teveel verkeer voor deze smalle wegen.
Maar ook nu weer hebben we een heerlijke dag gehad.
Geschreven door Ottengas.reizen