Om 06:00 uur gaat de wekker. Gauw even douchen en de spullen bij elkaar pakken. De rugzak kunnen we voor de deur laten staan om opgepikt te worden. De andere spullen brengen we alvast naar de jeep (Toyota Landcruiser) voor we gaan ontbijten. Gisteravond hebben we al door moeten geven wat we als ontbijt willen. Dit vanwege het tijdstip waarop we vertrekken. Alles is nog in diepe rust als we het guesthouse verlaten. Nadat we Betty hebben opgehaald in guesthouse “Victoria View” (er bleek geen slaapplaats voor haar in het Airport guesthouse te zijn) rijden we eerst naar de bank. Om 07:00 uur zal er toch geen lange rij staan? En inderdaad Ben kan gelijk aan de slag. Het levert even wat problemen op omdat de bedragen die Ben ingeeft allemaal worden geweigerd. Net zolang doorgaat tot je bingo hebt. En gelukkig duurde dat niet lang. We konden dus op pad gaan, met voldoende geld. Maar nee… Eerst nog tanken. Als we uiteindelijk vertrekken is het wat mistig. Het geeft een heel mooi plaatje. De hangende mist tussen de bomen met daarbij de opkomende zon. Prachtig! We rijden richting Kampala. Als we hierin de buurt zijn, staan we ook meteen in de file van de ochtendspits. Wat een chaos. Boda-boda’s (dit zijn bromfietsen die vroeger mensen van grens naar grens (border to border) vervoerden) rijden kris kras door het verkeer. Passerend links en rechts, en over de stoep. We zijn blij dat we niet zelf rijden. We nemen een kortere weg waardoor we niet door heel Kampala moeten. Ineens komen we in rustiger verkeer en in een buitengebied van Kampala. Langs de kant van de weg zijn veel kwekerijen. Veldjes vol met in rijen opgestelde kleine potjes met even zo kleine plantjes erin. Daar achter liggen papyrusvelden, zover als je oog reikt. Ineens komen we weer in de chaos van het verkeer terecht. En wat kunnen sommige auto’s aan uitlaatgassen produceren! Soms lijkt het erop dat ze meer op olie dan op benzine rijden. Zodra je in de file stilstaat komen van alle kanten verkopers aan je raam hangen in de hoop dat je iets van ze koopt. Het kunnen wasknijpers zijn, wasteiltjes, de krant of vleesspiesjes. Dan ineens is de drukte voorbij en rijden we op een mooie asfaltweg richting Murchinson Falls. Rond 11:00 uur slaan we de weg in naar de neushoorn opvang. Zoals het woord als zegt worden hier neushoorns opgevangen. In een veilige omgeving is het de bedoeling dat de neushoorns zich voortplanten en te zijner tijd in de diverse parken uitgezet kunnen worden. Op dit moment bevinden zich geen neushoorns in de Oegandese parken. Het eerste kalf dat in deze opvang is geboren heet Obama. Deze naam hebben ze gekozen omdat de moeder uit Amerika komt en de vader uit Kenia. Betty zei ons dat we lange broeken en stevige schoenen aan moeten doen. Het kan nogal nat zijn. Zo gezegd zo gedaan. Maar… de stevige schoenen waren dan wel stevig maar zijn zeker niet waterdicht. We moeten kaplaarzen aan. Gelukkig kunnen we deze van de opvang gebruiken. En nodig hadden we ze. We rijden met onze auto een stukje het gebied in waar de neushoorns te vinden zijn. Vanaf hier gaat alles lopend gebeuren. Dat we kaplaarzen aan moeten blijkt geen overbodige luxe te zijn. De waterplassen zijn soms zo diep dat laarzen net niet vol lopen. Het is een mooi gebied waarin wij lopen. Veel hoog gras, wat weer goed is voor de koeien. Koeien? Ja koeien. De lokale bevolking mag van het gebied ook gebruik maken. De koeien eten namelijk het hoge gras en de neushoorns het korte gras. Beiden zijn dan ook tevreden. Na ongeveer een half uurtje lopen komen wij bij een neushoorn (Nadia) met jong (Malaika). Liggend onder de bomen, bescherming zoekend tegen de warmte. In de loop van de ochtend is het regenen namelijk opgehouden en brandt de zon fel. Het is jammer dat het gras zo hoog is, hierdoor is het moeilijk om hen optimaal te zien en foto’s te kunnen maken. Maar leuk blijft het. Als we tevreden en uitgekeken zijn lopen we al spetterend en spattend en af en toe glibberend naar de auto terug. We geven de laarzen af en rijden weer naar de hoofdweg. Iets later komen we bij een pas geopend wegrestaurant aan om te lunchen. Hier worden de eerste samosa’s (envelopjes van deeg gevuld met vlees of groente) besteld. Na ongeveer een klein uurtje rijden we weer verder. Nog 230 km naar Kitgum te gaan, waar we overnachten. Kitgum is de hoofdstad van het Kitgum-district en ligt ongeveer 450 km ten noorden van Kampala waar we overnachten. De weg wordt slechter. We rijden over de Haromba-Falls. Geen steil vallende waterval, maar mooi genoeg om van de brug eventueel een foto van te maken. Helaas mag dat niet. We rijden namelijk over een van de weinige bruggen die Noord-Oeganda met de rest van Oeganda verbindt. We worden door de politie aangehouden. Waarschijnlijk wil de politieman een praatje met ons houden, want hij kijkt even naar binnen, ziet blanken en vraagt hoe het gaat. Van hem mogen we eigenlijk wel foto’s maken. Maar Betty waarschuwt ons hiervoor. Vaak worden op dit soort momenten foto’s gemaakt waarna de politieman als nog geld wil zien omdat het verboden is. We maken dan ook maar geen foto’s, ondanks dat het een mooi gezicht is. Ingrid had trouwens net voor de brug al een foto gemaakt. Als we de brug over zijn komen we het eerste wild tegen. Aapjes. Ze zijn gewend aan mensen, want sommigen zijn aan het bedelen. Zoek de verschillen tussen de mens en deze aap. We rijden over spoorwegen waar volgens ons nog nooit een trein overheen gereden heeft. De weg bestaat meer uit kuilen dan weg. Inmiddels is het ook weer gaan regenen, wat het rijden er niet makkelijker op maakt. In Gulu stoppen we. Een redelijk grote commerciële plaats. Gulu is zowel de naam van het district als de stad. Historisch gezien is het het meest belangrijke district. Naast drie andere districten grenst het ook aan Zuid-Soedan. Sinds 1987 heeft het Verzetsleger van de Heer, onder leiding van Jospeh Kony, hier oorlog gevoerd. Sinds een paar jaar is het weer veilig om hier naar toe te rijden. Bij een benzinestation stoppen we. Richard wil een steeksleutel kopen. We hebben dan wel twee reserve wielen, maar zonder een dergelijke sleutel heb je er nog weinig aan. Tegen over het benzinestation staan mensen in de rij voor kerosine. In Afrika is het altijd maar afwachten wanneer sommige artikelen weer verkrijgbaar zijn. Iets verder lopen vrouwen met kruiwagens vol afval die vervolgens op een plek tegenover ons weer gedumpt worden en in brand gestoken. Naast de Stanbic-bank heeft een heer zijn handelswaar, oude schoenen, op een kleedje uitgestald in de hoop dat iemand wat bij hem wil kopen. Ook bij de benzinestations zie je mannen rondlopen met hun handelswaar, gekookte eieren, horloges, etc. Een dergelijk stop vinden we altijd leuk omdat je dan een beetje kijk krijgt op het reilen en zeilen in een stad. Rond 18:00 uur komen we in Fuglys bed and breakfast aan. Als we binnenkomen, ziet het er ongezellig uit. Je komt op een groot terrein waar het oude gouvernementshuis staat met daarnaast nog wat andere gebouwen. De eigenaren hebben dit stuk grond gepacht en runnen nu een bed en breakfast. Het is een beetje een vervallen gebeuren en er moet het nodige opgeknapt worden, althans naar onze maatstaven. Aan de andere kant van het gebouw waar wij slapen, is de bar, het restaurant en een zwembadje dat ze net aan het vullen zijn. We worden vriendelijk ontvangen en krijgen een kamer toegewezen. Een redelijk grote kamer met twee aparte bedden, badkamer met toilet en douche. Achteraf blijkt dat een muur van de kamer niet helemaal tot het plafond reikt en hierdoor een open verbinding heeft met een binnen terrasje. ´s-Nachts en morgenochtend zullen we merken hoe vervelend dit is. Als we onze spullen neerzetten gaan we naar de bar en drinken we met Richard en Betty op de goede reis die we hebben gehad. Wanneer Richard en Betty vertrokken zijn, zij slapen ergens anders in het dorp, blijven wij hangen tot het eten klaar is. Ook het andere stel binnengekomen. Nederlanders. We hebben geen zin in contact met hen en zij blijkbaar ook niet met ons. Na het eten komt de eigenaresse een praatje met ons maken. Zij blijkt van oorsprong een blanke Zimbabwaanse te zijn. Haar voorouders zijn in de tijd dat Rhodesië via een oorlog Zimbabwe werd, vertrokken naar het noorden van Oeganda. Ook hier hebben ze de oorlog met het verzetsleger van Jospeh Kony meegemaakt. Geen gemakkelijk leven, misschien dat ze hierdoor wat chagrijnig kijkt. De bedoeling is om morgen om 08:0 uur te vertrekken.
Geschreven door Ottengas.reizen