We staan vroeg op om ons boeltje weer in te pakken. Het is de bedoeling om vandaag naar Sitatunga Campsite in Maun te rijden. Hier kunnen we nog even douchen en de lunch gebruiken voordat we 2 nachten in de Okavangodelta gaan doorbrengen. De weg naar Maun is erg zanderig. We komen dan ook diverse keren vast te zitten. Gelukkig hebben we nog wat zwaar gewichten in de groep die mooi op de motorkap van de jeep kunnen zitten. Op deze wijze kunnen we de jeep weer uit het zand halen. Onderweg nog een oryx, dik dik, steenbok, dode ezel en een trap (vogel) gezien. In Maun doen we voor de komende dagen weer boodschappen (water, frisdank, etc). Het is nog steeds behoorlijk warm (40-50 graden). Tegen de middag komen we op de campsite aan. Het is een campsite van Delta Rain zelf. Mooie douches, toilet, barretje, zwembad. Helemaal goed. We kunnen opgeven of wij na terugkomst van de Delta in de tent, een cabine of chalet willen overnachten. De chalets zijn redelijk comfortabel. Eigen douche en toilet. De cabines zijn iets minder comfortabel. Twee bedden en gebruikmakend van de gezamenlijke douche en toilet van de campsite. En dan nog onze eigen tenten. Ben en ik kiezen voor de eigen tenten. Na heerlijk gedoucht te hebben staat de lunch voor ons klaar. Het is een koude schotel (kip, pasta en salade) die door Sitatunga verzorgd is. Geef mij Dandy maar. Het is nog even wachten op de truck die ons naar de Delta brengt. Als hij er dan eindelijk is, wordt de keuken van Dandy, onze tenten, slaapmatjes, etc. ingeladen. Het is niet de bedoeling dat iedereen zijn complete rugzak meeneemt. Wij hebben dan ook alleen het hoognodige bij ons; zoals tandenborstel, schoon ondergoed, sokken, wandelschoenen. Als alles is ingeladen gaan we op pad. Eerst rijden we nog een beetje door Maun voordat we een ongeasfalteerde weg in slaan. Na even door de bush te hebben gereden komen we bij een hek aan die ons toegang tot de Okavangodelta geeft. Het is dan nog even rijden als we op een plek komen waar een aantal poolers (mensen die de mokoro besturen) ons staan op te wachten. Alles moet in de mokoro’s worden ingeladen. Met ongeveer tien mokoro’s gaan we op pad. Het is even wankelen in een uitgeholde boomstam om een goede zit te krijgen. Ik kan je zeggen dat dat niet meevalt. We maken een tussenstop op een plek waar de poolers blijken te wonen. Na plm. een half uurtje gaan we verder. Onze billen hebben inmiddels een compleet eigen leven cq zijn dood. Ondanks dat we geen gevoel meer in onze billen hebben en niet meer weten hoe we moeten zitten, is de weg naar onze campsite erg mooi. Veel witte kikkertjes gezien die in het riet verborgen zijn. Ook de diverse waterlelies en andere waterplanten zijn prachtig. Het blijft een unieke ervaring om maar een paar centimeter boven de waterlinie rond te varen. De poolers kletsen en lachen wat met elkaar af. Zullen ze het over die muzungu’s (witten) hebben? Aan het eind van de middag komen we op de plek aan waar we overnachten. We zetten weer de tenten op, terwijl Dandy alweer voorbereidingen treft voor het avondeten. Het is een relatief kleine plek waar we (samen met de poolers) verblijven. De poolers hebben inmiddels gezelschap gekregen van andere poolers die uit de omgeving. Het is een drukste van jewelste. Eigenlijk teveel voor het kleine plekje dat we hebben. Na het eten kletsen we nog wat voor we onze tenten weer in gaan.
Geschreven door Ottengas.reizen