We worden wakker van de regen die met bakken uit de hemel komt. We zullen maar denken “Even een buitje voor de stof”. We hebben beiden niet echt lekker geslapen. We moesten ons aan de kant vasthouden om niet naar elkaar toe te rollen.
Na het ontbijt halen we onze spullen van de kamer, zodat alles op de bus geladen kan worden. Gelukkig heeft de chauffeur (Faizal) een zeil bij zich zodat de rugzakken droog kunnen blijven. De bus is niet weer al te groot, dus wordt het passen en meten om ons allemaal er in te krijgen. We zijn de stad nog niet uit of ik weet al niet meer hoe ik zitten moeten en we hebben nog heel wat kilometers te gaan naar Maroua.
Het is inmiddels alweer droog en een leuke weg die we rijden. We passeren heel veel dorpjes. Anders dan in andere Afrikaanse landen wordt er weinig gezwaaid.
Onderweg stoppen we even om de benen te strekken zodat die weer bij de rest van het lichaam horen. Het is een leuk plaatsje. Er lopen prachtige mensen en met veel pijn en moeite kunnen we wat foto’s maken. We zien nu dan ook hoe ze pindakaas maken. Ook een slager is aanwezig. Aan de afgehakte pootjes die onder een tafel liggen kun je zien dat er geit verkocht wordt. Zonder dat is het moeilijk te zien wat voor soort vlees het is, want het zit onder de vliegen. (’s-Avonds overigens weer heerlijke vleesspiesjes gegeten). Het dorp heeft ook een waterpomp. Met behulp van een soort pedaal wordt het water opgepompt.
Helaas moeten we door dus persen we ons weer in de bus,
In Garoua gebruiken we de lunch in Super Restaurant. Het is een lokaal waar ook de “gewone” man eet. Het eten wordt super snel gebracht en het is nog lekker ook. Jammer genoeg hebben we geen tijd om nog even door het plaatsje te lopen.
Na weer een tijdje gereden te hebben stoppen we weer even. Toevallig lopen er wat schoolkinderen langs. Op ons “Bonjour” wordt wat angstig gekeken, wordt meteen de straat overgestoken en dan pas gegiecheld. Her en der worden ook weer ballonnen uitgedeeld. Iets van de weg staat een hutje met een klein kindje dat waarschijnlijk niet eens het bestaan van een ballon weet. Ik weet niet wie er nu blijer is met de ballon, is dat opa of de kinderen? Het is prachtig gezicht om te zien hoe blij iemand met een simpele ballon is. Als dank wordt aan de weg een bosje verse pinda’s gelegd. Overigens leuk om te zien hoe pinda’s eigenlijk groeien.
We rijden nu echt richting Sahel. Het savannelandschap van de Sahel wordt af en toe opgesierd door katoenvelden.
Tegen 18:00 uur komen we in een bloedheet Maroua aan. De stad ligt gelegen aan de oevers van de Mayo Kaliao en is de meest geïslamiseerde stad van het land. Het hotel (Hotel Tcherno) ligt midden in de stad.
We blijven hier 2 nachten dus is het een mooie gelegenheid om te kleding te wassen. We doen dat maar meteen, dan hebben we het maar gehad. Het zal in etappes moeten gebeuren omdat er niet genoeg drooggelegenheid is. Tijdens het wassen blijkt de afvoer niet goed te werken, dus binnen de korte keren staat de badkamer blank. Het andere deel van de was laten we dan ook maar doen.
Na het douchen op het terras van het hotel wat gedronken en de was aan Michel afgegeven. Hij is hier erg blij mee, want het met wassen verdient hij weer een extra zakcentje. Na het drankje op pad naar restaurant Baobab voor het avondeten.
Geschreven door Ottengas.reizen