We verlaten Nederland in tropische omstandigheden. Vanaf een zwoel dek genieten we van een prachtige zonsondergang. De nacht verloopt wat mij betreft matig: normaal gesproken kan ik prima slapen aan boord maar vannacht houden stampende machinerieën, de warmte en luidruchtige buren mij uit de slaap. Toch maar vroeg op voor het ontbijt met uitzicht op de kust van Engeland met een blauw wazige hemel erboven. Na het ontschepen met veel geraas en kabaal tussen de auto’s vanaf een ratelend neerdalend autodek gaat de paspoortcontrole soepel. En dan hup op de fiets en eerst RECHTS kijken bij het oversteken. Langs een doorgaans ok fietspad verlaten we via buitenwijken, deels keurig nieuw aangelegd en deels armoedig en vervallen, Newcastle. Soms is het geasfalteerde pad nog erger dan een onverhard pad: het valt niet altijd mee om op geplooide asfaltgolven je evenwicht te behouden. Dit ongewenst avontuurlijke pad gaat al gauw over in de Reiversroute, één van de gemarkeerde fietsroutes die de oostkust met de westkust verbinden. De Reivers route is een “170-mile coast-to-coast cycle route from Tynemouth to Whitehaven through unspoilt Northumberland and the Kielder Forest”. Volgens één van de routebeschrijvingen is het een betoverend coast-to-coast-path dat is genoemd naar de hordes bloeddorstige roversbenden die dit wilde en ongerepte land ooit onveilig maakten. Die plunderende bendes vind je tegenwoordig vooral in diverse steden van Engeland, hier komen we vooral wandelaars met een hond tegen, schapen, koeien en heel af en toe een fietser. Het is vooral heel uitgestrekt, eenzaam en verlaten met schitterende glooiende hellingen waar je af en toe zeer fiks moet klimmen. In totaal leggen we vandaag 80 km af en maken we vele hoogtemeters. In een verstild en verlaten dorp met middeleeuws kerkje temidden van verzakte grafzerken kan het zomaar gebeuren dat er een dame op een paard voorbij komt. Ook staat er een zogenaamde coronation oak, geplant in 1953 toen Queen Elisabeth op de troon kwam. Maar ook dat is inmiddels verleden tijd. We lunchen op een bankje met boterhammen van gisteren en mee gebietste broodjes en eieren van het ontbijt. En voor het echte Engelandgevoel spatten dan de eerste druppels op ons neer. Dus de regenjassen kunnen meteen al aan! Maar het is een prettige fietstemperatuur en we laten ons de pret niet drukken. Ook met regen is het nog steeds prachtig fietsen. En we genieten van de soms spectaculaire afdalingen. Rond half vijf (in Nederland alweer half zes) bereiken we het dorpje Bellingham, waar de mannen inkopen doen voor het avondmaal. Daarna inchecken in The Brown Rigg Guestrooms, gevestigd in een soort barakken waar rond 1930 een meisjeskostschool werd gehuisvest. We hebben twee prima kamers op de begane grond (handig met al die fietstassen), een schuur voor de fietsen en een keuken met alle voorzieningen. Na de pasta met zalm uit de oven nog even snel naar buiten om de dag opnieuw met prachtige zonsondergang af te sluiten.
Geschreven door TAP.op.de.fiets