Achter ons klikketikken de jeu de boules ballen, de krekels tsjirpen, af en toe een zucht wind door de bomen. Wij zitten heerlijk te schemeren op ons ikea-kleed op camping La Coronne in Valréas. Omdat we voor Avignon toch maar een hotel geboekt hebben nadat we de recensies van de diverse stadscampings hadden gelezen betekent dit opeens dat het de één na laatste campingnacht zal zijn. Le temps passe vite! Dat zagen we ook aan de uitgebloeide lavendelvelden die we vandaag herhaaldelijk zijn gepasseerd. Om ze in volle paarse glorie te zien zul je hier toch in juli moeten zijn. Maar desondanks was het een prachtige tocht met nog twee keer een serieuze klim, eerst om het dorpje La Bégude de Mazenc te bereiken en de tweede keer om de Col de Aleyrac over te gaan.
De dag begint met een ontbijt op de schitterende camping bij Saou: langzaam licht de berghelling aan de overkant van het dal op in schitterende marmertinten omzoomd met het groen van de dennenbomen.
Als we door Saou rijden lijkt het of we het decor van de film Chocolat met Juliëtte Binoche inrijden. Een terrasje waar de gitaren al gestemd worden door het bandje wat straks zal spelen, een épicerietje style rétro met twee alleraardigste dames die heerlijke picodon de Saou ( het geitenkaasje uit de streek) of bio Comté verkopen en je bij de kassa een petit café aanbieden, de bakker waar men in de zondagse rij staat en waar je kunt kiezen uit heerlijk geurend brood of verschillende pâtisseries, de platanen die er gewoon plataan staan te wezen, de zondagsfietser die nog even un café op het terras neemt alvorens zijn ‘boucle’ te gaan fietsen. Zonde om dit oord achter ons te laten, maar toch gaan wij voort....
Lekker doorfietsen alvorens de klim naar la Bégude een aanvang neemt. We komen via een tunneltje door prachtig rotslandschap in Pont de Barret en dan op naar la Bégude. Het valt ons mee, je kunt merken dat we inmiddels goed getraind zijn. Waterige koffie in la guinguette du parc die ietwat overdreven capuccino wordt genoemd. De Italianen zouden zich schamen voor deze kwaliteit, maar vooruit de zon schijnt de bediening is vriendelijk en de wc public is open én schoon.
Dan via een ietwat drukke D-weg omhoog (4,5 km aan één stuk klimmen) naar Aleyrac. De weg wordt smaller, kronkeliger en rustiger (waar blijven die auto’s dan?) en bosrijker. Eenmaal boven prachtige panorama’s.
Even een steile afdaling (en dan moet je dus ook weer omhoog!) om Les ruïnes du Prieuré te bekijken, de overblijfselen van een Benedictijner klooster uit de 12 eeuw dat reeds in de 14e eeuw tot ruïne is vervallen. Er is ook een bron met geneeskrachtig water, maar op het moment supprême denken we daar niet aan....
Na de prieuré een fantastische afdaling, langs de uitgebloeide lavendel maar met zicht op de bergrug van de Baronnies provencales met zelfs de Mont Ventoux enigszins wazig op de achtergrond.
In Taulignan tijd voor de middagpauze op een wat volks terras met een simpele maar goed vullende maaltijdsalade. Nog even door het schilderachtige dorpje gekronkeld, waar een brocante is op deze zondag, en dan linea recta door naar Valréas. Al vóór het stadje is de camping. Tent opgezet en even plonger in la piscine.
Een rustige middag en een simpel avondmaaltje met de lekkere kaasjes en het stokbrood uit Saoû, begeleid door een koele rosé van de camping.
Morgenochtend ontbijt in Valréas en dan óp naar Avignon!
Geschreven door TAP.op.de.fiets