Gisteravond kwamen we er achter dat de geplande camping is gesloten. En dat er op onze route geen andere campings liggen. Dat vereiste enig gereken met kilometers en hoogtemeters, waarna we besloten om vandaag in Pern een chambre d’hôtes te boeken. Dat betekende wel ruim 98 (!!) km fietsen. Maar het weer is heerlijk om te fietsen, in de ochtend zelfs koud tot fris en in de middag zo’n 25 grdn. Licht bewolkt en weinig wind. Dus we wagen het erop.
Na een prima ontbijt met o.a. huisgemaakte yoghurt om 8.30 uur op de fiets, nu weer mét heet water voor de koffie bij ons. Via Miradoux (beeldje van Sint Jacob in de kerk) langs een prachtige klimmende en dalende weg met schitterende uitzichten nog even stevig klimmen naar Auvillar. Een beeldschoon stadje met een plein met arcaden, nauwe straatjes, eeuwenoude huizen en een ronde overdekte graanmarkt. Waar zijn toch al die toeristen? We kunnen het haast privé bekijken. Koffie met een ‘Jésuite’, een soort amandelcroissant op een terrasje tegen de rempart van het stadje naast een platanenallée. Hier zou je de mooiste Franse films kunnen opnemen. We laten al dit moois achter ons en rijden soepel langs het Canal latéral de la Garonne naar Moissac. Even slaat ons de schrik om het hart als we opnieuw het gevreesde bordje ‘Route Barrée’ zien staan, maar deze keer valt de omleiding gelukkig mee. De vallei van de Garonne wordt ook wel de boomgaard van Frankrijk genoemd: we rijden langs eindeloze rijen fruitbomen (vooral appels) die met netten tegen vogels (en hagel?) worden beschermd. Makkelijk kilometers maken, maar ook een beetje saai. Moissac heeft weliswaar een mooie abdij maar is verder een nogal sfeerloos stadje aan het kanaal. Met het oog op de nog af te leggen kilometers laten we abdij links liggen. Na Moissac nog steeds weinig klimmen en weinig landschappelijke beloning. Lunch bij een sluisje aan het kanaal. En zo bereiken we verrassend gemakkelijk het punt waarop we nog even stevig moeten klimmen om het dorp Castelnau-Montratier te bereiken. Prachtig plein met arcaden. En een heerlijke salon de thé met vers vruchtensap en knapperend verse tarte tatin van perzik die zo uit de oven komt. Smullen, zeker met het bolletje gemberijs dat erbij wordt geserveerd. Soms kun je als fietser zo maar geluk hebben! Aan het einde van het dorp doen we inkopen voor een simpel avondmaaltje (brood, pâté en cruditié) voor in onze chambre d’hôtes, die totaal verlaten in het niets ligt. Na de laatste klimkilometers dalen we de route de Pèche af naar…. Ja waar naartoe eigenlijk? Een paar verlaten huizen, maar waar is onze chambre d’hôtes? De accu van de fiets nadert het nulpunt, dus hopenlijk zitten we hier goed. En ja, het laatste huis blijkt onze gîte te herbergen. Prachtige plek op het terrein van een schitterend verbouwde boerderij. Wij slapen in de voormalige schuur (van de varkens..). Alles tip top gerestaureerd, aangepast en ingericht. Een toplocatie.
Aardige ontvangst. Nog een leuk gesprek met de dochter des huizes, die zelfs in Groningen is geweest. Zij is assistent dierenarts in Cahors. En heeft met haar vriend in een camper al heel wat gereisd. Ze woont in een tiny house naast de boerderij van haar ouders. Na onze casse croûte die we met vest aan eten op het beschutte terras (in de tuin waait een kille wind) nog een koffie met een friandise van het huis. Vanavond zullen we voor het eerst sinds lange tijd in een koele ruimte kunnen slapen, achter de dikke muren van de stal.
Geschreven door TAP.op.de.fiets