Stiekum zijn we blij met de plensbui die de terrassen in Aalst in hoog tempo leesblaast. We zitten hoog en droog achter het open raam in restaurant ‘Café de Paris’ waar we omdat alle tafels buiten waren gereserveerd binnen een tafeltje hebben bemachtigd. Omdat we bang waren opnieuw veel nat te regenen en geen zin hadden in kamperen met regenbuien, hebben we in Aalst een kamer in hotel ‘Royal Astrid’ geboekt. Als we daar fris gedoucht heerlijk zitten uit te rusten op de ruime kamer, schijnt de zon stralend en vrolijk naar binnen, het desastreuze weerbericht volkomen negerend.
Dan gaat onze calvinistische inborst toch even opspelen: waarom hebben we niet gewoon het tentje opgezet?
‘De mensheid lijdt het meest om het lijden dat hij vreest’, zo zei mijn moeder veelvuldig. En vanwege de natte ervaringen van de afgelopen dagen en het slechte weerbericht kozen we ervoor om niet te gaan kamperen maar om door te fietsen naar Aalst. Daar genieten we van een heerlijke maaltijd: Tetman tagliata van rundvrees en ik een een Vlaams stoofpotje van varkenswangetjes. Beide gerechten zijn volmaakt bereid. Een heerlijke Italiaanse rode wijn maakt het helemaal perfect. Zo werd opnieuw een nadeel weer een voordeel.
We vertrokken vanochtend vanuit de buitenwijken van Lier. In het bed and breakfast ‘In de Soetemin’ gelegen in een troosteloze buitenwijk, hebben we een heerlijk ontbijt gehad. Met het echtpaar een zogenaamde coronaconversatie, waarbij we even voorzichtig aftasten hoe ze erin staan t.ov. het vaccineren (eens), testen (“ als we net zoveel IQ testen zouden afnemen als nu coronatesten zouden er nu heel veel idioten rondlopen”,aldus de gastheer) en het knuffelen van de kleinkinderen (“dat doen we nu gewoon weer” zegt de gastvrouw). Ze wensen ons een goede reis. De gastheer hield niet zo van kamperen: “ Ik heb in de bouw gezeten, had vier kinderen en wilde in de vakantie gewoon lekker nietsdoen”. Maar hij vindt ons wel stoer, hoewel ze zelf het liefst naar Thailand gaan, maar ja dat is nu even niet mogelijk.
Al om 8.30 uur op de fiets. Een waterig zonnetje, weinig wind. Een prachtig begin langs de Nete. Het eerste dorpje dat opdoemt achter de bebloemde oevers is Duffel. Village fleuri met een mooi roodbakstenen stadhuis. Dan zakken we verder af naar Mechelen. De lucht betrekt, het is nog droog. Koffie op een terras aan de prachtige Markt. Vrachtwagens bevoorraden de diverse winkels. Op het grote plein bijzonder oude gevels, met soms aparte gevelstenen of ornamenten: een haan, een kat, een varken of Manneken Pis. Bij het belfort een opvallend beeld van Opsinjoorke: een mannetje dat zijn vrouw sloeg en daarom voor straf tijdens een processie gejonast werd. Hetzelfde beeld is als groot geel speelobject in een plantsoentje naast de kerk neergezet.
Verder valt Mechelen een beetje tegen. Misschien omdat Lier zo volmaakt was. En omdat het begin te druppen en lucht wat grijzig is. We gaan weer verder. Het landschap is rommelig en ‘typisch Belgisch’. Een weg met betonplaten en lintbebouwing met lukraak neergeplante huizen in allerlei stijlen en groottes. Af en toe een oud boerengehucht. De plaatsnamen zijn schilderachtig: Kapelle op den Bos, Ramsdonk, Londerzeel. Na Londerzeel een traject over een voormalig spoorwegtracé: de Leirekensroute. Wij vinden het een tikkeltje saai. Eerst vals plat omhoog, en daar komen we pas achter als we na enige tijd verrassend soepel naar beneden zoeven. We komen langs een akker met hop. Dat kan ook niet anders want behalve Malle zijn we ook langs Affligem gekomen. En al dat beroemde bier moet wel van hop worden gebrouwen.
Ondertussen schiet het lekker op en algauw bereiken we Aalst terwijl het opnieuw dreigt te gaan regenen. Ook hier weer een fraaie centrale Markt. Met een prachtige Belfort waarvoor een beeld van Dirk Martens, de eerste boekdrukker van België. Een prachtige renaissancegevel met zuilenarcade luistert naar de naam ‘Borse van Amsterdam’. Hoogtepunt van de Markt is een grasveldje met zwerfkeien: eindeloos plezier voor de kinderen. Iedere stad zou zo’n speelveldje moeten hebben.
Het wordt weer droog en we checken in bij hotel Astrid. Aardige eigenaar die ons achterom op de binnenplaats leidt waar de fietsen veilig kunnen worden gestald.
Morgen zullen we de taalgrens passeren. We blijven op Belgisch grondgebied maar het sappige Vlaams zullen we dan achter ons laten.
Geschreven door TAP.op.de.fiets