Na het ontbijt worden we uitgezwaaid door Menno en Mylène. Vanaf de parking van het hotel gaat Tetman links en ik rechts. Zo beland ik nog even voor het prachtige portail van de kathedraal. Maar dan gauw keren en de zeer steile afdaling het prachtige oude centrum uit, Tetman achterna. Langs prachtig aangelegde fietspaden met educatieve borden fietsen we op aangename wijze uit het prachtige Chartres. Maar zodra we de beschutting van de parken achter ons hebben gelaten en ten slotte nog een beeldje van St Jacob hebben gepasseerd is er de harde realiteit van een stevige, vlakkerende en hardnekkige wind tegen. Helaas zal deze wind ons om het getergde hoofd blazen totdat we in Chateaudun zijn, 50 km verderop. Weinig hellingen vandaag, maar ook weinig te beleven qua landschap. Sombere luchten, nog net geen regen, eindeloze gemaaide of ongemaaide graanvelden of mais. Af en toe passeren we een volstrekt uitgestorven dorpje. Als er al een cafeetje of restaurantje is, dan is dat gesloten. We passeren een kerkje met beroemde muurschilderingen uit de XVe eeuw: helaas achter glas. Maar met een minuterie kun je een lichtknop aandoen en toch iets van de moralistische afbeeldingen zien. Skeletten dansen om edellieden heen om hen te doordringen van het feit dat na de dood iedereen gelijk is. In deze tijden was vanwege de pest de dood nooit ver weg.
Bonneval is volgens ons gidsje een levendig middeleeuws stadje. Er is hier en daar een mooie donjon of stadspoort of oud huis, maar het centrale plein is leeg, de terrasstoelen staan opgestapeld. Zo zagen we dat helaas zelfs in Chartres. Eerst Covid en dan ook nog eens een slechte zomer hebben het toerisme gedecimeerd. We belanden toch nog in een crèperie en nemen een galette forestière (hartige crèpe met spekjes, champignons, ei en kaas). Het is te koud om buiten te picknicken.
Dan nog zo’n 20 km tegen de wind in voordat we Chateaudun bereiken. De camping municipal ligt vlakbij het centrum, is goed onderhouden met prachtig sanitair en dat voor 11,44 euro per nacht voor ons tweeën.
Als het tentje staat op een beschutte plek wandelen we naar het dorp. We bewonderen het majesteuze kasteel dat hoog oprijst vanaf de Loir (niet te verwarren met de Loire, waar we later zullen langsfietsen). Een kleine wandeling door de oude straatjes. Begin XVIIIe eeuw verwoestte een enorme brand ongeveer het hele stadje, behalve het kasteel. Maar veel is hersteld. Ook de pest heeft hier flink huisgehouden, vandaar een beeldje van St Rochus op de hoek van één van de oude straatjes, die werd aangeroepen om de pest te bezweren. Wie weet kan hij ook iets betekenen in tijden van Covid?
Ook in Chateaudun is het enorme centrale plein vrijwel verlaten, bovendien wordt de sfeer er verpest door de vele auto’s. Geen terrasje dus, maar via het épicerietje, waar Tetman tot zijn grote vreugde behalve wijn ook een koud biertje bemachtigt, teruggewandeld naar de camping.
Daar in een avondzonnetje (!) uit de wind ons traditionele campingmaaltje met pasta, groenten en geraspte kaas gegeten.
En zo eindigde deze pittige fietsdag toch weer goed.
Geschreven door TAP.op.de.fiets